ECLI:NL:RBZLY:2005:AS7265
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling in Dexiazaak met beroep op Wet Consumentenkrediet
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd behandeld, heeft Dexia Bank Nederland N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in het kader van een effectenleaseovereenkomst, de 'WinstVerDriedubbelaar', een bedrag van € 16.451,67, vermeerderd met rente, vorderde. De gedaagde heeft de vordering betwist en in reconventie een bedrag van € 4.519,80 gevorderd, dat hij aan Dexia had betaald. De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst nietig was, omdat de echtgenote van de gedaagde deze buitengerechtelijk had vernietigd. De rechtbank oordeelde dat Dexia geen recht had op de gevorderde bedragen, omdat de overeenkomst nietig was en de gedaagde recht had op terugbetaling van de door hem betaalde bedragen. De vordering van Dexia in conventie werd afgewezen, terwijl de vordering van de gedaagde in reconventie werd toegewezen. Dexia werd veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak vond plaats op 9 februari 2005.