ECLI:NL:RBZLY:2005:AS7267
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging effectenleaseovereenkomst door echtgenoot op grond van artikel 1:88 BW
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 2 februari 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen Dexia Bank Nederland N.V. en een gedaagde partij, die werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigden. De zaak betreft een effectenleaseovereenkomst, aangeduid als de 'WinstVerDriedubbelaar', die door de echtgenoot van de gedaagde op grond van artikel 1:88 BW is vernietigd. De gedaagde had een overeenkomst met Dexia waarbij hij geld leende om aandelen te kopen, maar zijn echtgenoot had geen toestemming gegeven voor het aangaan van deze overeenkomst. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst als een koop op afbetaling moest worden aangemerkt, waarvoor toestemming van de echtgenoot vereist was. Aangezien deze toestemming ontbrak, werd de overeenkomst als vernietigd beschouwd. Dexia werd veroordeeld tot terugbetaling van de door de gedaagde betaalde bedragen, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd Dexia verplicht om de registratie bij het BKR te doorhalen, met een dwangsom voor het geval zij hier niet aan voldeed. De rechtbank wees de vordering van Dexia in conventie af en kende de gedaagde in reconventie de gevorderde verklaring voor recht toe, evenals de terugbetaling van de betaalde bedragen.