ECLI:NL:RBZLY:2005:AS8545
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling in het kader van effectenleaseovereenkomst tussen Dexia en gedaagde
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 2 februari 2005 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Dexia Bank Nederland N.V. en een gedaagde partij. Dexia vorderde betaling van een bedrag van € 12.468,97, vermeerderd met contractuele rente, op basis van een effectenleaseovereenkomst die op of omstreeks 15 mei 2000 was aangegaan. De gedaagde heeft, ondanks de mogelijkheid daartoe, niet gereageerd op de dagvaarding en heeft geen verweer gevoerd. Hierdoor zijn de stellingen van Dexia, die de basis vormden voor de vordering, niet betwist gebleven.
De rechter heeft vastgesteld dat Dexia rechtsopvolgster is van Bank Labouchere N.V., die onder de handelsnaam Legio-Lease opereerde. De overeenkomst hield in dat de gedaagde geld leende van Dexia voor de aankoop van aandelen, met de keuze om na afloop van de looptijd de aandelen te verkopen of de lening af te lossen. Na afloop van de looptijd heeft Dexia een eindafrekening gestuurd, waaruit bleek dat de gedaagde nog een bedrag van € 11.189,94 verschuldigd was, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Dexia toewijsbaar is, gezien het feit dat de gedaagde niet heeft gereageerd op de dagvaarding en de vordering niet heeft betwist. De rechter heeft de gedaagde veroordeeld in de proceskosten en het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is uitgesproken in de openbare terechtzitting, waarbij de griffier aanwezig was.