ECLI:NL:RBZLY:2005:AT3850
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- L.E.C. van Rijckevorsel-Besier
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake toezicht op illegale horeca-activiteiten
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door D.A. Hogervorst, een voorlopige voorziening aangevraagd bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad. Het verzoek betreft de oplegging van een last onder dwangsom door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zwartewaterland, die volgens verzoekster niet wordt nageleefd. Verzoekster stelt dat er illegale horeca-activiteiten plaatsvinden op twee percelen in de gemeente, ondanks eerdere besluiten van verweerder om deze activiteiten te staken. Verzoekster heeft op 7 september 2004 een verzoek ingediend om handhavend op te treden, maar verweerder heeft hierop niet tijdig gereageerd, wat heeft geleid tot het indienen van een bezwaarschrift op 5 november 2004.
De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 24 maart 2005, waarbij verzoekster en de gemachtigden van verweerder aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat voor de ontvankelijkheid van verzoekster in bezwaar en beroep vereist is dat haar belang rechtstreeks bij het bestreden besluit is betrokken. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen (fictief) besluit is waartegen bezwaar kan worden gemaakt, omdat de dwangsombesluiten al in rechte onaantastbaar zijn verklaard. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek om een voorlopige voorziening niet kan worden toegewezen, omdat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat de dwangsombesluiten niet worden nageleefd.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen en geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 31 maart 2005, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat indien er in de toekomst geen controles plaatsvinden, dit kan leiden tot de conclusie dat de eerder afgegeven dwangsombesluiten zijn ingetrokken, wat dan weer aanleiding kan geven tot een (fictief) besluit waartegen bezwaar kan worden ingediend.