ECLI:NL:RBZLY:2005:AU1264
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Th.A. Ariëns
- Rechtspraak.nl
Uitleg van het Bindend Besluit Regres 1984 en de aansprakelijkheid van de hoofdaannemer bij dakinstorting
In deze zaak, behandeld door de rechtbank 's-Hertogenbosch, gaat het om een geschil tussen Fortis Corporate Insurance N.V. en Aannemingsbedrijf [gedaagde] B.V. naar aanleiding van een dakinstorting van een distributiecentrum dat door [gedaagde] was gebouwd voor Beter Bed. De instorting vond plaats op 6 juni 1998, waarbij aanzienlijke schade is ontstaan. Fortis, als leidend verzekeraar, heeft een deel van de schade vergoed aan Beter Bed en vordert nu regres van [gedaagde] op basis van onzorgvuldig handelen. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van het Bindend Besluit Regres 1984 (BBR 1984), dat bepaalt dat regres alleen mogelijk is als de regresdebiteur zelf onzorgvuldig heeft gehandeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de oorzaak van de dakinstorting niet te wijten was aan onzorgvuldig handelen van [gedaagde], maar aan extreme weersomstandigheden en een onvoldoende afvoercapaciteit van de noodafvoer. De rechtbank heeft de rapporten van twee adviesbureaus in overweging genomen, die concludeerden dat de instorting het gevolg was van een belastingsgeval door water, waartegen de constructie niet bestand was. [gedaagde] heeft betoogd dat de fouten in de constructie zijn gemaakt door haar onderaannemer, Romein Staalbouw, en dat zij zelf niet tekort is geschoten in de uitvoering van haar werkzaamheden.
De rechtbank heeft geoordeeld dat Fortis niet kan worden ontvangen in haar vordering, omdat er geen bewijs is dat [gedaagde] zelf onzorgvuldig heeft gehandeld. De rechtbank heeft de vordering van Fortis afgewezen en haar veroordeeld in de kosten van de procedure, inclusief de kosten die [gedaagde] heeft gemaakt in de vrijwaringsprocedure tegen Romein Staalbouw. Dit vonnis benadrukt de strikte voorwaarden waaronder regres mogelijk is onder het BBR, en bevestigt dat de aansprakelijkheid van de hoofdaannemer niet automatisch geldt voor fouten van onderaannemers.