ECLI:NL:RBZLY:2005:AU6127

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
14 november 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
296537 ER 05-50
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beheer en vereffening van een nalatenschap met betrekking tot een woningverkoop

Op 14 november 2005 heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, een beschikking gegeven op een verzoek tot aanwijzingen inzake beheer en vereffening van de nalatenschap van een overleden persoon. Het verzoekschrift was ingediend door mr. T. van der Veen-Hamstra, kandidaat-notaris, namens de erfgenamen van de erflater. De erflater was overleden en had samen met zijn voormalig partner een woning verkocht aan een derde partij. De woning diende op 1 november 2005 te worden getransporteerd, maar door het overlijden van de erflater was dit niet mogelijk. De kantonrechter oordeelde dat het nakomen van de leveringsverplichting, zoals voorgesteld door de verzoekster, een daad van goed beheer was, omdat deze handeling in redelijkheid geen uitstel kon dulden. De rechter bepaalde dat het eindsaldo, voor zover dat tot de nalatenschap behoort, op de ervenrekening moest worden gestort. Dit besluit was genomen om oplopende boetes te voorkomen en om de belangen van de erfgenamen te beschermen. De kantonrechter merkte op dat het resterende bedrag na aflossing van hypotheek en kosten mogelijk niet volledig tot de nalatenschap zou behoren, aangezien de voormalig partner van de erflater mede-eigenaar van de woning was. De kantonrechter zag geen reden voor verdere aanwijzingen op dat moment.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
sector kanton – locatie Zwolle
zaaknummer. : 296537 ER 05-50
datum : 14 november 2005
Beschikking op een verzoek tot aanwijzingen inzake beheer en vereffening
ingediend door:
mr. T. van der Veen-Hamstra,
kandidaat-notaris te (8001 BL) Zwolle, Postbus 1493,
namens de erfgenamen van hierna te noemen erflater,
verzoekster,
met betrekking tot de nalatenschap van:
[Erflater], geboren te [geboorteplaats] op [datum] en overleden op [datum], laatst gewoond hebbende te [woonplaats].
De procedure
Op 14 november 2005 is ter griffie ingekomen een verzoekschrift, waarin wordt verzocht aanwijzingen te geven als bedoeld in art. 4:210 lid 1 BW.
De beoordeling
1.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat erflater en zijn voormalig partner mw. [partner] op [datum] hun gezamenlijke woning aan [staatnaam] te [woonplaats] hebben verkocht aan mw. [X] voor een bedrag van € 222.000 k.k., terwijl de makelaar van verkopers bij brief van 24 mei 2005 de opbrengst op € 220.000 k.k. schatte.
De woning diende op 1 november 2005 te worden getransporteerd, hetwelk door overlijden van erflater niet mogelijk was. Art. 10.3 van de koopovereenkomst kent een boetebeding.
2.
Verzoekster stelt, mede namens mw. [partner], voor om dit transport woensdag 17 november 2005 plaats te laten vinden en wel vrij van hypotheekrechten, dus met directe aflossing van de hypothecaire schuldeiser; het eindsaldo van de nota van afrekening zal op de ervenrekening worden gestort.
De erven, twee meerderjarige kinderen van erflater, hebben beneficiair aanvaard.
3.
De kantonrechter oordeelt het in dit geval een daad van goed beheer als bedoeld in art. 3:170 lid 1 BW indien de vereffenaars de leveringsverplichting van erflater nakomen zoals door verzoekster voorgesteld, zulks ter vermijding van oplopende boetes. De kantonrechter beschouwt dit in de gegeven omstandigheden als een handeling die in redelijkheid geen uitstel kan dulden.
Hetgeen na aflossing van hypotheek en kosten resteert zal evenwel, naar de kantonrechter aanneemt, voor een deel niet tot de nalatenschap behoren omdat immers mw. [partner] mede-eigenaar van de woning is, tenzij daaromtrent in het kader van een boedelscheiding andere afspraken zijn gemaakt.
Wat daar ook van zij, hetgeen als eindsaldo tot de nalatenschap behoort dient op de ervenrekening te worden gestort in afwachting van de boedelbeschrijving en de latere vereffening. Voor verdere aanwijzingen ziet de kantonrechter thans geen reden.
De beslissing
De kantonrechter:
- bepaalt dat het nakomen van de leveringsverplichting, zoals voorgesteld door verzoekster, een daad van goed beheer is omdat deze handeling in redelijkheid geen uitstel kan dulden;
- bepaalt dat het eindsaldo voor zover dat tot de nalatenschap behoort dient te worden gestort op de ervenrekening.
Aldus gegeven door mr. M.E.L. Fikkers, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 14 november 2005, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing kan, behoudens berusting, hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dagtekening van deze eindbeschikking door indiening van een beroepschrift (door een advocaat) ter griffie van het gerechtshof Arnhem.