ECLI:NL:RBZLY:2005:AU6404
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst met vergoeding bij reorganisatie en disfunctioneren
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 18 november 2005 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen een werkgeefster en een werkneemster. De werkgeefster verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewijzigde omstandigheden, specifiek een reorganisatie die leidde tot het vervallen van de functie van de werkneemster. De werkgeefster bood een vergoeding aan op basis van de kantonrechtersformule met een C-factor van 1. De werkneemster daarentegen verzocht om afwijzing van het ontbindingsverzoek en maakte subsidiair aanspraak op een hogere vergoeding met een C-factor van 2,25.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkgeefster voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de functie van de werkneemster niet onderling uitwisselbaar is met de nieuwe functie van contractmanager, die aanzienlijk zwaarder en anders van inhoud is. De werkneemster was sinds 1 september 2005 arbeidsongeschikt en had eerder disfunctioneren ervaren, wat door de werkgeefster werd aangevoerd als reden voor de ontbinding. De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster niet herplaatsbaar was in een andere functie en dat de aangeboden functie van QA Engineer niet passend was.
De kantonrechter heeft uiteindelijk besloten de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 december 2005, met toekenning van een vergoeding van € 30.000 bruto aan de werkneemster. De rechter oordeelde dat de door de werkneemster gevraagde vergoeding met een C-factor van 2,25 exorbitant was en niet in verhouding stond tot de omstandigheden. De werkgeefster kreeg de mogelijkheid om het verzoek tot ontbinding in te trekken tot 29 november 2005, waarna de kantonrechter de kosten van de procedure compenseerde, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.