ECLI:NL:RBZLY:2005:AV4197
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Incidentele vordering tot vrijwaring afgewezen in kredietgeschil tussen ex-samenwonenden
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad aanhangig is gemaakt, zijn ex-samenwonenden betrokken bij een geschil over een kredietovereenkomst. De eiser, IDM Financieringen B.V., heeft de gedaagden, [A] en [B], aangesproken tot terugbetaling van een krediet. De gedaagde [B] heeft in een incidentele vordering de niet verschenen gedaagde [A] in vrijwaring opgeroepen, omdat hij stelt dat [A] zijn handtekening onder het kredietcontract heeft vervalst.
De rechtbank heeft de incidentele vordering tot vrijwaring afgewezen. De rechtbank oordeelt dat, indien de handtekening van [B] inderdaad vervalst is, de vordering van IDM tegen hem zal worden afgewezen, waardoor regres niet aan de orde is. Mocht blijken dat de handtekening van [B] wel door hem is geplaatst, dan kan hij geen regres claimen op [A] op basis van de door hem gestelde vervalsing.
De zaak is op 10 augustus 2005 aanhangig gemaakt en de partijen hebben processtukken gewisseld. De rechtbank heeft vastgesteld dat [B] niet voldoende heeft gemotiveerd waarom [A] hem zou moeten vrijwaren voor de gevolgen van een mogelijke veroordeling in de hoofdzaak. De rechtbank heeft de beslissing over de kosten aangehouden tot de eindbeslissing in de hoofdzaak en de zaak verwezen naar de rol voor beraad op 4 januari 2006.
Het vonnis is uitgesproken op 14 december 2005 door mr. M.H.S. Lebens-de Mug, in aanwezigheid van de griffier.