Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken –mede op grond van de inhoud van de overgelegde producties- voorover die niet is betwist, het volgende vast:
1.1
Sedert 1 augustus 2001 huurt [gedaagde] van [eiser] de bedrijfsruimte, staande en gelegen aan de [adres] te [gemeente]. De huurovereenkomst is voor de duur van vijf jaren en schriftelijk aangegaan. Op de huurovereenkomst zijn de “Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Kantoorruimte en andere bedrijfsruimte niet ex artikel 7A:1624 BW” (hierna: de Algemene Bepalingen) van toepassing.
1.2
In de Algemene Bepalingen is onder meer het volgende opgenomen:
1.2
Het gehuurde wordt opgeleverd en aanvaard in de staat zoals aangegeven in de bij de overeenkomst behorende, gewaarmerkte omschrijving of bij gebreke daarvan, die waarin het zich bij de aanvang van de huur bevindt, in goede staat zonder gebreken;
……
2.10.1 Het is huurder niet toegestaan:
a) in, op, aan of in de directe omgeving van het gehuurde milieugevaarlijke zaken te hebben, waaronder stankverspreidende, brandgevaarlijke of ontplofbare, tenzij behorend tot de normale beroeps- of bedrijfsuitoefening;
……
6.3 Huurder is jegens verhuurder aansprakelijk voor alle schaden en verliezen aan het gehuurde tenzij huurder bewijst dat hem, de personen die hij tot het gehuurde heeft toegelaten, zijn personeel en de personen waarvoor hij aansprakelijk is, daaromtrent geen schuld treft of dat hem dienaangaande geen nalatigheid is te verwijten;
……
14.2
Telkens indien uit een hoofde van de huurovereenkomst door huurder verschuldigd bedrag niet prompt op de vervaldag is voldaan, verbeurt huurder aan verhuurder van rechtswege vanaf de vervaldag een direct opeisbare boete van 2% per maand van het verschuldigde……;
1.3
In het huurpand belendende perceel [adres] wordt door de familie [A] (hierna: [A] cs.) een tabakszaak gedreven. Zij hadden toestemming van [gedaagde] hun afvalcontainer te plaatsen tegen de achtergevel van het huurpand. Daar stond ook de afvalcontainer van [gedaagde]. De achtergevel grenst aan [adres], een open parkeerplaats.
1.4
In april 2005 is bij de Marskramer, een winkel gelegen op 40 meter afstand van het huurpand, brand gesticht in een niet afgesloten stalen afvalcontainer die tegen de achtergevel aanstond. Daarbij is aanzienlijke schade aan de achtergevel ontstaan.
1.5
In de nacht van 2 op 3 juli 2005 is in de afvalcontainer van [A] dan wel in de afvalcontainer van [gedaagde] dan wel in beide afvalcontainers brand gesticht door derden, vermoedelijk baldadige jeugd. Daardoor is het huurpand beschadigd. Twee deuren, een meterkast, de kantine, de keuken en een dossierkast zijn vernield.
1.6
Voormelde containers van [A] en [gedaagde], door de brand nagenoeg te niet gegaan, waren van plastic en voorzien van een door derden te openen clicksysteem. Aan de onderkant zaten twee wielen en aan de bovenkant een brede plastic stang. Daardoor waren de containers eenvoudig verrijdbaar.
1.7
Eind juli 2005 heeft [gedaagde] [eiser] in kort geding betrokken. De vordering strekte ertoe dat [eiser] zou worden veroordeeld tot herstel van het door [gedaagde] gehuurde pand. Het kort geding is ingetrokken in verband met de verhuizing van [gedaagde] naar een ander huurpand.
1.8
Met ingang van de maand juli 2005 heeft [gedaagde] geen huur meer betaald aan [eiser].
1.9
Bij aanvang van de huurovereenkomst is door [gedaagde] een bankgarantie gesteld tot een bedrag van € 3.403,35. Deze bankgarantie is door [eiser] uitgewonnen.
1.1
Partijen zijn bij aanvang van de huurovereenkomst overeengekomen dat de maandelijkse te betalen huur vrij van BTW zal zijn. Niettemin heeft [eiser] iedere maand over de kale huur vermeerderd met de servicekosten wèl BTW in rekening gebracht. Die BTW is door [gedaagde] aan [eiser] ook steeds betaald.