ECLI:NL:RBZLY:2006:AV7569

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
27 maart 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
307923 ER 06-12
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot kosteloze vereffening van een nalatenschap onder toekenning van een loon aan de vereffenaar

Op 15 februari 2006 is er een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin primair werd verzocht om de kosteloze vereffening van een nalatenschap te bevelen. Subsidiair werd verzocht om de opheffing van de vereffening van die nalatenschap, met het vaststellen van de vereffingskosten. De verzoeker, mr. T. Mulder, was benoemd als vereffenaar van de nalatenschap van een erflater die op een onbekende datum was overleden. De nalatenschap bleek een geringe waarde te hebben, met baten van € 440,71 en lasten van € 8.979,36. Dit leidde tot de conclusie dat de lasten de baten ver overstegen, wat aanleiding gaf om de kosteloze vereffening te bevelen.

De kantonrechter heeft op basis van artikel 4:209, lid 1, BW de kosteloze vereffening van de nalatenschap bevolen en verklaarde deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Tevens werd het loon van de vereffenaar vastgesteld op het bedrag van de gerealiseerde baten, zijnde € 440,71. De kantonrechter oordeelde dat, gezien de negatieve waarde van de nalatenschap, het loon binnen de meest bescheiden grenzen moest worden vastgesteld. De vereffenaar had verzocht om een loon dat minimaal gelijk was aan de gerealiseerde baten, en de kantonrechter stemde hiermee in, gezien de tijd die al aan de vereffening was besteed.

Tegen deze beslissing kan, behoudens berusting, binnen drie maanden na de dagtekening van deze eindbeschikking hoger beroep worden ingesteld door indiening van een beroepschrift ter griffie van het gerechtshof Arnhem. De beschikking werd openbaar uitgesproken op 27 maart 2006, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
sector kanton – locatie Leystad
zaaknummer. : 307923 ER 06-12
datum : 27 maart 2006
Beschikking op een verzoek tot kosteloze vereffening van de nalatenschap
ex artikel 4:209, lid 1, BW
ingediend door:
mr. T. Mulder,
advocaat en procureur te Almere,
in zijn hoedanigheid van vereffenaar over de niet onder het voorrecht van boedelbeschrijving aanvaarde nalatenschap van [erflater], geboren op [datum] te
[geboorteplaats], laatstelijk woonachtig te [woonplaats] en aldaar overleden op [datum], als vereffenaar benoemd bij beschikking van deze rechtbank d.d. 28 september 2005 (zaaknr. 110384 HA-RK 05-109).
De procedure
Op 15 februari 2006 is ter griffie ingekomen een verzoekschrift, waarin primair wordt verzocht om de kosteloze vereffening te bevelen van vorenbedoelde nalatenschap onder toekenning van een loon aan de vereffenaar en subsidiair om de opheffing van de vereffening van die nalatenschap te bevelen, onder het vaststellen van de vereffeningskosten en het ten laste brengen van die kosten van de boedel en/of van de enig erfgenaam, dhr. Wilbrink.
De beoordeling
1.
Verzoeker heeft voor zijn verzoek aangevoerd dat uit de voorlopige staat van baten en lasten blijkt dat de baten der nalatenschap slechts een geringe waarde hebben en dat de lasten van de nalatenschap die baten ver overstijgen.
2.
Verzoeker heeft bedoelde staat van baten en lasten bij zijn verzoek overgelegd.
Die staat vermeldt als baten een bedrag van € 440,71.
Als lasten wordt vermeld een bedrag van € 8.979,36.
3.
Daarmee moet worden aangenomen dat sprake is van een nalatenschap waarin het bedrag aan baten gering is en de lasten die baten ver overstijgen.
4.
De kosten van de vereffening belasten aldus de boedel onevenredig zwaar.
Dat geeft aanleiding om, nu daarom is verzocht, op de voet van het bepaalde in artikel 4:209, lid 1, BW de kostenloze vereffening van de nalatenschap te bevelen.
5.
Deze kostenloze vereffening laat onverlet dat op de voet van het bepaalde in artikel 4:206, lid 3, BW de vereffenaar recht heeft op een loon dat door de kantonrechter dient te worden vastgesteld.
6.
De vereffenaar heeft verzocht om aan hem een loon toe te kennen ten bedrage van minimaal de gerealiseerde baten.
Hij heeft bij dat verzoek gevoegd een urenstaat, waaruit kan worden afgeleid dat aan de vereffening van de nalatenschap inmiddels reeds bijna 38 uur is gespendeerd.
7.
De omstandigheid dat de nalatenschap sterk negatief is geeft aanleiding om het loon vast te
stellen binnen de meest bescheiden grenzen.
In aanmerking genomen de aan de vereffening reeds bestede tijd, is de kantonrechter van oordeel dat vaststelling van het loon op het bedrag van de gerealiseerde baten in overeenstemming is met voormeld uitgangspunt.
De kantonrechter zal het loon derhalve vaststellen op het bedrag van de gerealiseerde baten.
De beslissing
De kantonrechter:
- beveelt op de voet van het bepaalde in artikel 4:209, lid 1, BW de kosteloze vereffening van de nalatenschap van [erflater], geboren op [datum] te [geboorteplaats], laatstelijk woonachtig te [woonplaats] en aldaar overleden op [datum];
- stelt het loon dat toekomt aan de vereffenaar van de nalatenschap, mr. T. Mulder
voornoemd, vast op een bedrag van € 440,71;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gegeven door mr. O.E. Mulder, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 27 maart 2006, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing kan, behoudens berusting, hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dagtekening van deze eindbeschikking door indiening van een beroepschrift (door een advocaat) ter griffie van het gerechtshof Arnhem.