ECLI:NL:RBZLY:2006:AW1946
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding ambulancekosten in het kader van BOPZ-opname
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 23 maart 2006, stond de vraag centraal wie verantwoordelijk is voor de betaling van de kosten van ambulancevervoer dat in opdracht van de politie heeft plaatsgevonden, in het kader van een opname op basis van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ). De eisende partij, de Stichting Ambulancezorg Noord & Oost Gelderland, vorderde een bedrag van € 378,05 van de gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De gedaagde heeft de vordering bestreden en de kantonrechter heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving en de feiten van het geval.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester van Deventer op 4 december 2004 een beschikking heeft afgegeven voor de opname van de gedaagde in een psychiatrisch ziekenhuis, wat leidde tot het ambulancevervoer door de Stichting. De rechter oordeelde dat de politie, die de opdracht voor het vervoer gaf, dit deed in het kader van de uitvoering van de inbewaringstelling en niet op verzoek van de gedaagde. Hierdoor kon de Stichting geen aanspraak maken op vergoeding van de kosten op basis van zaakwaarneming, omdat de politie een rechtsplicht had om de inbewaringstelling uit te voeren.
De kantonrechter concludeerde dat er geen grond was voor de vordering van de Stichting, aangezien de politie niet in de positie was om de kosten van het vervoer op de gedaagde te verhalen. De vordering werd afgewezen en de Stichting werd veroordeeld in de kosten van de procedure. Dit vonnis benadrukt de scheiding tussen de verantwoordelijkheden van de politie en de Stichting in het kader van de Wet BOPZ en de voorwaarden waaronder kosten voor ambulancevervoer kunnen worden verhaald.