ECLI:NL:RBZLY:2006:AW2914
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van achterstallig loon op basis van algemeen verbindend verklaarde CAO
In deze zaak vorderde de werkneemster, op basis van de algemeen verbindend verklaarde CAO Textiel, betaling van achterstallig salaris van € 12.190,39 bruto over de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 januari 2003. Werkneemster stelde dat zij op basis van een arbeidsovereenkomst voor 42 uur per week had gewerkt, maar dat werkgevers haar niet voor alle gewerkte uren hadden betaald. De werkgevers betwistten de toepasselijkheid van de CAO en stelden dat er geen sprake was van een algemeen verbindend verklaarde CAO ten tijde van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster recht had op een vergoeding voor overwerk, ook tijdens de 'avv-loze' periode, en kende haar een bedrag van € 1569,87 bruto toe, vermeerderd met een wettelijke verhoging van € 500,00 en buitengerechtelijke kosten van € 357,00. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. De uitspraak benadrukte het belang van de nawerking van de CAO en de verplichtingen van werkgevers om zich aan de CAO te houden, ook als deze niet meer algemeen verbindend was verklaard. De kantonrechter wees de werkgevers in de proceskosten, waarbij de kosten voor dagvaarding en griffierecht werden toegewezen, maar de overige kosten werden gecompenseerd.