ECLI:NL:RBZLY:2006:AW4070
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van een besteller voor betaling van goederen bij niet-bestaande rechtspersoon
In deze kantonzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 14 maart 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen [opposant] en [geopposeerde]. De zaak betreft een vordering van [opposant] om ontheven te worden van een eerdere veroordeling tot betaling aan [geopposeerde]. De vordering van [geopposeerde] is gebaseerd op een overeenkomst waarbij [opposant] als 'sales manager' goederen bestelde namens een vennootschap die niet bestond. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [opposant] persoonlijk aansprakelijk is voor de betaling van de bestelde goederen, omdat hij zich als borg heeft verbonden voor de verplichtingen van de niet-bestaande vennootschap. De kantonrechter heeft het verstekvonnis van 18 oktober 2005 bekrachtigd en [opposant] veroordeeld in de kosten van de procedure. De rechter oordeelde dat de toezegging van [opposant] als borgstelling moet worden aangemerkt en dat er geen aanwijzingen zijn dat hij zich voor een andere vennootschap heeft verbonden. De kantonrechter concludeert dat [opposant] door het voorwenden van een niet-bestaande vennootschap een rookgordijn heeft opgetrokken en dat hij aansprakelijk is voor de betaling van de verschuldigde bedragen aan [geopposeerde].