ECLI:NL:RBZLY:2006:AW6487
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige handelingen van gemachtigde in erfrechtelijke procedure
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd behandeld, stonden de erven van wijlen [J] (hierna: [J] sr.) tegenover [I], die als gemachtigde van [J] sr. optrad. De erven vorderden dat [I] rekening en verantwoording zou afleggen over het beheer van de bankrekening van [J] sr. en dat hij hen zou vergoeden voor een bedrag dat zij meenden te zijn misgelopen. De rechtbank oordeelde dat [I] niet onrechtmatig had gehandeld. De erven [J] hadden niet aangetoond dat [I] zich niet aan zijn verplichtingen had gehouden of dat hij gelden had ontvreemd. De rechtbank wees de primaire vordering van de erven af, omdat er geen rechtsregel was die een gemachtigde verplichtte om verantwoording af te leggen aan de erfgenamen. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een situatie waarin [I] als gemachtigde verantwoording verschuldigd was aan de erfgenamen, aangezien [J] sr. tot zijn overlijden zelf beschikkingsbevoegd was. De subsidiaire vordering van de erven werd eveneens afgewezen, omdat zij niet hadden voldaan aan hun stelplicht. De rechtbank veroordeelde de erven [J] in de proceskosten, die aan de zijde van [I] werden begroot op EUR 1.148,00. In reconventie vorderde [I] een bedrag van EUR 2.400,- van de erven, wat ook werd toegewezen. De rechtbank gaf aan dat de erven [J] als in het ongelijk gestelde partij de kosten moesten dragen.