ECLI:NL:RBZLY:2006:AW7148
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.R. Schimmel
- L.T. Wemes
- H.J. Buijsman
- Rechtspraak.nl
Niet aannemelijkheid noodweerberoep in strafzaak met poging tot doodslag en bedreiging
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 2 mei 2006, stond de verdachte terecht voor poging tot doodslag en bedreiging. De verdachte, bijgestaan door mr. A.R. Maarsingh, had op 22 januari 2006 in Deventer met een vuurwapen meerdere keren geschoten in de richting van twee slachtoffers, die familieleden van hem waren. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van acht jaar, terwijl de verdediging vrijspraak voorstelde op basis van noodweer. De rechtbank oordeelde dat het beroep op noodweer niet aannemelijk was, omdat de verdachte niet had gehandeld uit een ogenblikkelijke noodsituatie. De rechtbank concludeerde dat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans had aanvaard dat hij de slachtoffers zou raken, wat leidde tot de vaststelling van voorwaardelijk opzet op de dood van een van de slachtoffers.
De rechtbank verwierp de stelling van de verdediging dat de verdachte als eerste was beschoten en dat zijn handelen gerechtvaardigd was. De rechtbank vond dat de verdachte de grenzen van noodzakelijke verdediging had overschreden door gericht te schieten op de auto van de aangever, terwijl het directe gevaar voor hem al was geweken. De rechtbank legde de nadruk op de ernst van de feiten, die op klaarlichte dag in een woonwijk waren gepleegd, en de grote maatschappelijke onrust die dit veroorzaakte. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht.