ECLI:NL:RBZLY:2006:AX1581
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H. Canté
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding vordering ex-werknemer na voortijdig vertrek zonder wederzijds goedvinden
In deze zaak vorderde de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Nederlandse Uitgeverscombinatie B.V. (eiseres) een schadevergoeding van haar ex-werknemer (gedaagde), die zijn werkzaamheden voortijdig had gestaakt. De arbeidsovereenkomst was aangegaan voor bepaalde tijd, van 28 juli 2003 tot 28 juli 2004, zonder mogelijkheid tot tussentijdse opzegging. Gedaagde had zijn werkzaamheden op 31 mei 2004 gestaakt en was per 1 juni 2004 in dienst van een andere werkgever gegaan. Eiseres stelde dat gedaagde onrechtmatig had opgezegd, terwijl gedaagde betwistte dat er sprake was van een onregelmatige opzegging en stelde dat de arbeidsovereenkomst in onderling overleg was beëindigd.
De kantonrechter te Zwolle-Lelystad oordeelde dat de vordering van eiseres niet kon worden toegewezen. De kantonrechter verwierp het verweer van gedaagde over de relatieve bevoegdheid van de kantonrechter en het beroep op gezag van gewijsde van een eerder arrest van het gerechtshof te Arnhem. De kantonrechter stelde vast dat gedaagde zich niet aan zijn verplichtingen had gehouden door niet te werken na 31 mei 2004, maar dat er geen bewijs was voor een onregelmatige opzegging. De kantonrechter concludeerde dat eiseres niet had aangetoond dat gedaagde in verzuim was geraakt, wat noodzakelijk was voor de toewijzing van de schadevergoeding.
De zaak werd aangehouden om eiseres de gelegenheid te geven haar stellingen aan te vullen, waarbij de kantonrechter benadrukte dat het verzuim van gedaagde eerst vastgesteld moest worden voordat de beëindigingsafspraak aan de orde kon komen. De beslissing werd aangehouden en de zaak werd verwezen naar de rol voor verdere behandeling.