ECLI:NL:RBZLY:2006:AX6836

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
5 april 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
112694 / HA ZA 05-1134
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.C. Moorman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging koopovereenkomst wegens dwaling door teruggedraaide kilometerteller

In deze zaak heeft eiser [A] een bestelauto (Mercedes Vito 108 CDI) gekocht van gedaagde [B] voor EUR 13.000,-. Na de aankoop ontdekte [A] dat de kilometerstand op de teller niet klopte, wat leidde tot de conclusie dat de teller was teruggedraaid. [A] heeft de koopovereenkomst op grond van dwaling vernietigd en vorderde terugbetaling van de koopprijs en gemaakte kosten. De rechtbank oordeelde dat [A] de auto had gekocht op basis van onjuiste informatie over de kilometerstand, die door [B] was verstrekt. De rechtbank stelde vast dat de kilometerstand voor [A] essentieel was bij de aankoopbeslissing. De rechtbank oordeelde dat de dwaling niet voor rekening van [A] kwam en dat de overeenkomst op grond van artikel 6:228 BW vernietigd was. De rechtbank wees de vordering van [A] tot terugbetaling van de koopprijs en de kosten toe, en veroordeelde [B] tot betaling van de wettelijke rente vanaf 8 april 2005. In reconventie werd de vordering van [B] tot compensatie van waardevermindering en gederfde genot afgewezen, omdat [B] niet kon aantonen dat hij schade had geleden. De proceskosten werden toegewezen aan [A].

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 112694 / HA ZA 05-1134
Vonnis van 5 april 2006
in de zaak van
[A],
wonende te [plaats],
eiser in conventie, gedaagde in reconventie,
procureur mr. G.M. Volkerink,
tegen
[B],
wonende te [plaats],
gedaagde in conventie, eiser in reconventie
procureur mr. H.E. ter Horst.
Partijen zullen hierna [A] en [B] genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord, tevens voorwaardelijke conclusie van eis in reconventie
- de conclusie van antwoord in reconventie
- het tussenvonnis van 16 november 2005
- het proces-verbaal van comparitie van 9 februari 2006
Ten slotte is vonnis bepaald.
De feiten
Op 20 september 2004 heeft [A] van [B] een op dat moment twee-en-een half jaar oude bestelauto (Mercedes Vito 108 CDI) gekocht. Op 24 september 2004 is de auto door [B] aan [A] geleverd en heeft [A] de koopprijs van EUR 13.000,- voldaan. [A] heeft enkele verbeteringen aan de auto laten aanbrengen, waaronder een nieuwe bestuurdersstoel, ten bedrage van EUR 750,-
Eind januari 2005 heeft de brandstofpomp van de auto het begeven en [A] heeft de auto à EUR 1.101,79 laten repareren bij de Mecedes-Benz dealer in Utrecht. Bij die gelegenheid is hem meegedeeld dat de op de kilometerteller weergegeven kilometerstand niet correct kon zijn. Naar aanleiding daarvan heeft [A] bij de Stichting Nationale Auto Pas de gegevens van de Mercedes Vito doen opvragen. Daaruit is gebleken dat de kilometerstand op 19 maart 2004 122.541 km was en op 20 september 2004 96.690 km.
[A] heeft daarop contact opgenomen met [B] met de mededeling dat hij de koop, ongedaan wilde maken. [B] heeft daar niet op in willen gaan. Vervolgens is bij brief van de raadsman van [A] d.d. 1 april 2005 de koopovereenkomst op grond van dwaling vernietigd en zijn de koopprijs alsmede de inmiddels aan de auto gemaakte kosten teruggevorderd.
Het geschil
In conventie
[A] vordert vernietiging van de koopovereenkomst op grond van bedrog subsidiair op grond van dwaling en veroordeling van [B] tot betaling van EUR 14.851,79, zijnde de koopprijs alsmede de kosten die [A] inmiddels aan de auto heeft gehad, vermeerderd met rente en kosten.
[B] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
In reconventie
[B] vordert in reconventie, indien en voorzover hij veroordeeld zou worden tot terugbetaling van enig geldbedrag, dat [A] veroordeeld zal worden tot compensatie van de waardevermindering die de auto inmiddels heeft ondergaan en van het gederfde genot.
[A] voert daartegen verweer, waarop hierna zal worden ingegaan.
De beoordeling
In conventie
[A] heeft gesteld dat hij bij het eerste telefonisch contact reeds heeft gevraagd naar het aantal kilometers dat de auto had gereden en dat hij toen van [B] de kilometerstand van dat moment heeft vernomen, te weten ongeveer 96.500 km. Ook bij de bezichtiging heeft [A], naar hij stelt, gevraagd naar het aantal gereden kilometers en heeft hij zelf de kilometerteller afgelezen, die inderdaad ongeveer de genoemde stand aangaf.
[B] heeft aanvankelijk ontkend dat er over de kilometerstand zou zijn gesproken maar bij gelegenheid van de comparitie verklaard dat het mogelijk is dat hij [A] al bij het eerste telefonische contact over het aantal gereden kilometers heeft geïnformeerd overeenkomstig de stand van de kilometerteller op dat moment. Ook heeft [B] niet weersproken dat [A] bij de bezichtiging van de auto zelf de kilometerteller heeft afgelezen.
Als gesteld en niet of onvoldoende weersproken staat derhalve vast dat [A] de auto heeft gekocht op basis van de informatie dat die auto tot dat moment ongeveer 96.500 km had gereden, en dat die informatie hem is verstrekt door [B].
Tussen partijen is niet in geschil dat de kilometerteller moet zijn teruggedraaid en dat met de auto meer kilometers zijn gereden dan die teller aangeeft. [A] heeft aangegeven dat de kilometerstand voor hem een essentieel gegeven was om te besluiten tot de aankoop over te gaan. [B] heeft aangevoerd dat zulks niet aannemelijk is aangezien [A] vooral heeft laten blijken geïnteresseerd te zijn in de staat waarin de auto verkeerde.
Wat er ook zij van het belang voor [A] van de staat waarin de auto verkeerde, er is geen reden diens verklaring, dat de kilometerstand voor hem essentieel was, voor onwaar te houden, te meer daar een feit van algemene bekendheid is dat de waarde van een auto in belangrijke mate wordt bepaald door de kilometerstand.
Uit het voorstaande volgt dat [A] tot de koop heeft besloten onder invloed van een onjuiste veronderstelling inzake het aantal afgelegde kilometers. [A] kan zich in verband hiermee op dwaling beroepen. Het betoog van [B] dat voor [A] het aantal gereden kilometers niet relevant was en dat hij - [B] - dus mocht aannemen dat de koopovereenkomst ook tot stand zou zijn gekomen bij een juiste voorstelling van zaken betreffende de kilometerstand, moet als ongefundeerd en in strijd met hetgeen [A] zelf daarover heeft verklaard, worden gepasseerd.
[B]s heeft betoogd dat hij zelf evenmin weet had van het terugdraaien van de kilometerteller en dus evenals [A] in dezelfde onjuiste veronderstelling verkeerde ten aanzien van het aantal gereden kilometers.
Ook indien deze lezing zou worden gevolgd, dan nog komt [A] een beroep op dwaling toe, en wel ingevolge artikel 6:228 BW, eerste lid, aanhef en onder c BW, nu niet gezegd kan worden dat de dwaling op grond van de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van [A] hoort te blijven. Wat dit laatste betreft laat de rechtbank wegen dat uit de gegevens van de Nationale Auto Pas blijkt dat de kilometerteller teruggedraaid is tussen 19 maart 2004, de datum waarop [B] de auto heeft gekocht, en 20 september 2004, de datum waarop [B] de auto aan [A] heeft verkocht.
[A] heeft derhalve op goede gronden, met een beroep op artikel 6:228 BW, wegens dwaling de overeenkomst vernietigd door de buitengerechtelijke verklaring d.d. 1 april 2005. Derhalve is de overeenkomst vernietigd. Er is daarnaast geen plaats voor (nogmaals) een vernietiging door een rechterlijke uitspraak. Het gevorderde komt in zoverre dan ook niet voor toewijzing in aanmerking.
De vernietiging werkt terug tot het tijdstip waarop de koopovereenkomst is gesloten. Bijgevolg is [B] eigenaar van de Mercedes Vito gebleven en is de koopsom ad EUR 13.000,- onverschuldigd betaald. De vordering [B] te veroordelen tot terugbetaling van hetgeen [A] aldus onverschuldigd heeft betaald kan worden toegewezen.
Voorts heeft [A] gevorderd [B] te veroordelen tot vergoeding van de kosten die hij aan de auto heeft gemaakt, zijnde reparaties ad EUR 1.101,79 en verbeteringen ad EUR 750,-. Die vordering komt voor toewijzing in aanmerking nu [A] daarop ingevolge artikel 6:206 jo. artikel 3:120, tweede lid, BW aanspraak heeft en [B] hiertegen geen verweer heeft gevoerd.
Met betrekking tot de vordering [B] te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente ingaande 7 april 2005 overweegt de rechtbank dat bij vertraging in de voldoening van een geldsom de wettelijk rente verschuldigd is over de tijd dat de schuldenaar met de voldoening daarvan in verzuim is geweest. Door de buitengerechtelijke vernietiging van 1 april 2005 is de verplichting tot terugbetaling van de koopsom ontstaan, waarbij betaling is verlangd binnen zeven dagen te rekenen vanaf 1 april. Die termijn is niet onredelijk kort, zodat [B] vanaf 8 april 2005 in verzuim is. Vanaf die datum is de wettelijke rente verschuldigd.
[B] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
In reconventie
Nu [B] wordt veroordeeld tot betaling van een geldbedrag komt de rechtbank toe aan de reconventionele vordering [A] te veroordelen tot compensatie van de waardevermindering van de auto en van het gederfde genot.
Tengevolge van de vernietiging van de koopovereenkomst heeft [B] de auto zonder rechtsgrond aan [A] gegeven. [B] heeft ingevolge artikel 6:203 BW een vordering op [A] tot teruggave van de auto en wel in de staat waarin deze zich bevond ten tijde van de levering op 24 september 2004. Aan dat laatste kan [A] niet voldoen omdat de kilometerstand met circa 15.000 km is toegenomen. Dit tekortschieten in de plicht tot ongedaanmaking valt niet aan [A] toe te rekenen. Immers hij is uiteraard de auto als de zijne gaan gebruiken en heeft geen rekening hoeven houden met malversaties aan de kilometerteller die reden zouden vormen om de koop ongedaan te maken. Ingevolge het bepaalde in artikel 6:74, eerste lid, BW is [A] derhalve niet gehouden aan [B] schadevergoeding te betalen als compensatie voor de waardevermindering.
Wel kan [B], nu [A] door het gebruik van de auto zonder afschrijvingskosten een voordeel heeft genoten, in beginsel aan artikel 6:78 BW een aanspraak ontlenen om door [A] zijn schade vergoed te krijgen tot het bedrag van het door [A] genoten voordeel. Echter in dit geval kan die aanspraak niet geldend worden gemaakt omdat niet is vast te stellen hoe groot de door [B] gelden schade is. Immers door de onzekerheid over het aantal daadwerkelijk gereden kilometers is, zoals door [A] onweersproken is gesteld, de waarde van de auto niet meer te bepalen en is het aantal door [A] gereden kilometers daarop niet van invloed. De vordering tot vergoeding ter compensatie van de waardevermindering moet derhalve worden afgewezen.
Nu de vordering tot vergoeding van gederfd genot een rechtsgrond ontbeert, zal die eveneens worden afgewezen.
De vordering in reconventie komt derhalve niet voor toewijzing in aanmerking.
[B] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
De beslissing
De rechtbank
In conventie
veroordeelt [B] om aan [A] te betalen een bedrag van EUR 14.851,79 vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het nog niet betaalde deel van het toegewezen bedrag vanaf 8 april 2005 tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt [B] in de proceskosten, aan de zijde van [A] tot op heden begroot op EUR 1314,60;
wijst het meer of anders gevorderde af;
In reconventie
wijst de vordering af ;
veroordeelt [B] in de proceskosten, aan de zijde van [A] tot op heden begroot op EUR 192,00;
In conventie en in reconventie
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Moorman en in het openbaar uitgesproken op 5 april 2006.