ECLI:NL:RBZLY:2006:AX6851
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.C. Moorman
- Rechtspraak.nl
Gevolgen van niet verschijnen ter comparitie in civiele procedure
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, is eiseres, het Waterschap Zuiderzeeland, niet verschenen op de inlichtingencomparitie. De rechtbank oordeelt dat eiseres, gezien het tussenvonnis, had moeten begrijpen dat zij op deze comparitie inlichtingen diende te verstrekken. Het niet verschijnen leidt tot de conclusie dat het Waterschap met betrekking tot een deel van de vordering niet langer de stelling wenst te handhaven dat dit schade betreft die door toedoen van gedaagde is geleden. De gedaagde, die eerder veroordeeld was wegens valsheid in geschrifte, had voor een bedrag van EUR 94.600,- onterecht opdrachtverstrekkingen ingediend bij het Waterschap. De rechtbank benadrukt dat het Waterschap en de personeelsvereniging afzonderlijke rechtspersonen zijn en dat de vordering alleen toewijsbaar is indien er schade aan de zijde van het Waterschap is door onrechtmatig handelen van gedaagde. Het Waterschap heeft onvoldoende bewijs geleverd voor het onrechtmatig handelen van gedaagde, wat leidde tot de beslissing dat de vordering voor het meerdere, boven het eerder genoemde bedrag, niet langer wordt gehandhaafd. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het bedrag van EUR 94.600,- met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, en tot betaling van EUR 1.360,11 wegens gelegde beslagen. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van de gedaagde. Het vonnis is uitgesproken op 19 april 2006 door mr. H.C. Moorman.