ECLI:NL:RBZLY:2006:AY6195
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H. Canté
- W.F. Boele
- Rechtspraak.nl
Gelijke behandeling en functiewaardering in de zorgsector
In deze zaak vorderde eiseres, werkzaam bij Zorggroep, een verklaring voor recht dat haar werkgever het gelijkheidsbeginsel had geschonden door haar in functiegroep 35 in te delen, terwijl een collega in functiegroep 40 was ingedeeld. Eiseres stelde dat Zorggroep haar een gerechtvaardigde verwachting had gewekt dat zij op gelijke wijze behandeld zou worden als haar collega, die succesvol beroep had ingesteld tegen haar functie-indeling. De kantonrechter oordeelde dat eiseres moest bewijzen dat Zorggroep haar deze verwachting had gewekt. De rechter hield verdere beslissingen aan en stelde een zitting vast voor bewijslevering.
De feiten van de zaak zijn als volgt: eiseres trad in dienst bij Zorggroep als bejaardenverzorgster en werd in 2002 ingedeeld in functiegroep 35 na invoering van het functiewaarderingssysteem FWG 3.0. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen deze indeling, maar geen beroep ingesteld. Haar collega, mevrouw [Z], had wel beroep ingesteld en was in het gelijk gesteld, wat leidde tot haar indeling in functiegroep 40. Eiseres voerde aan dat zij gelijk werk verrichtte als mevrouw [Z] en daarom recht had op dezelfde beloning.
Zorggroep betwistte de vordering en stelde dat er geen toezegging was gedaan aan eiseres over de functie-indeling. De kantonrechter benadrukte dat er geen algemeen rechtsbeginsel bestaat dat gelijke arbeid in gelijke omstandigheden ook gelijk moet worden beloond. De rechter concludeerde dat de werkgever beoordelingsvrijheid heeft binnen het functiewaarderingssysteem en dat eiseres niet had aangetoond dat de indeling in functiegroep 35 onredelijk was. De zaak werd aangehouden voor bewijslevering, waarbij eiseres de gelegenheid kreeg om schriftelijk bewijs te overleggen voor de volgende zitting.