ECLI:NL:RBZLY:2006:AY8665
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.A.O.M. van Aerde
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van dagvaarding door pseudo-gerechtsdeurwaarder
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 21 september 2006 uitspraak gedaan in een procedure waarbij de geldigheid van een dagvaarding ter discussie stond. De eiser, vertegenwoordigd door F&B Credit Management, had een dagvaarding ingediend die was betekend door een persoon, [N.D.], die zich ten onrechte als gerechtsdeurwaarder voordeed. De dagvaarding was op 25 augustus 2006 ter griffie ingediend en betekend op 23 augustus 2006. Na navraag bij de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders bleek dat [N.D.] niet de hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder had en dus onbevoegd was om de dagvaarding te betekenen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding door een onbevoegde persoon was uitgebracht, wat leidt tot de conclusie dat de dagvaarding nietig is. De rechter heeft de dagvaarding dan ook nietig verklaard en de gedaagde partij, die niet verschenen was, in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van de gedaagde partij zijn begroot op nihil, aangezien de gedaagde niet aanwezig was in de procedure.
Deze uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedurele stappen in het civiele procesrecht, en de gevolgen van het handelen door onbevoegde personen in juridische procedures. De uitspraak is een duidelijke reminder dat alleen bevoegde gerechtsdeurwaarders dagvaardingen mogen uitbrengen, en dat het niet naleven van deze regels kan leiden tot nietigheid van de dagvaarding.