ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ1132
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H. Canté
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst van taxichauffeur wegens intieme relatie met minderjarige
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 30 oktober 2006 uitspraak gedaan in een verzoek tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een taxichauffeur. De verzoekster, een taxibedrijf, heeft de ontbinding aangevraagd op basis van een dringende reden. De aanleiding voor het verzoek was de ontdekking dat de taxichauffeur, verweerder, een innige relatie had met een zestienjarig meisje met een verstandelijke beperking, die hij in het kader van zijn werk naar school vervoerde. De ouders van het meisje hadden bij de verzoekster geklaagd over de relatie, wat leidde tot het ontslag op staande voet van de chauffeur.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de chauffeur, ondanks zijn ontkenning van seksuele handelingen, een ernstige schending van zijn plichten heeft begaan door een intieme relatie aan te gaan met een minderjarige die hij in zijn hoedanigheid als chauffeur vervoerde. De rechter oordeelde dat de relatie, gezien de omstandigheden, als ongepast en onacceptabel moest worden beschouwd. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden met onmiddellijke ingang, waarbij de kosten van de procedure werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werknemers in functies waarbij zij met kwetsbare groepen werken, en de noodzaak om professionele grenzen te respecteren. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedragingen van de verweerder niet alleen onprofessioneel waren, maar ook een ernstige inbreuk op de vertrouwensrelatie tussen werkgever en werknemer vormden. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd dan ook gerechtvaardigd op basis van de dringende reden die in de wet is gedefinieerd.