ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ1779
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Voorlopige voorziening
- A.H. Canté
- Rechtspraak.nl
Schorsing van concurrentiebeding in kort geding met betrekking tot arbeidsovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 17 oktober 2006 uitspraak gedaan in een kort geding waarin de eiser, vertegenwoordigd door mr. F.H.J. Nooijen, een schorsing van het concurrentiebeding in zijn arbeidsovereenkomst heeft gevorderd. De eiser was in dienst bij de gedaagde partij, vertegenwoordigd door mr. W. Frankema, en had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die op 30 juli 2003 was aangegaan. Deze overeenkomst was later verlengd voor onbepaalde tijd, maar het concurrentiebeding was niet opnieuw schriftelijk overeengekomen. De eiser stelde dat het concurrentiebeding niet meer geldig was omdat het niet opnieuw was overeengekomen bij de verlenging van het contract. De kantonrechter oordeelde dat er een aanzienlijke kans bestond dat de bodemrechter zou oordelen dat het concurrentiebeding zijn werking had verloren, omdat het niet opnieuw schriftelijk was vastgelegd bij de overgang naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De kantonrechter schorste daarom het concurrentiebeding bij wijze van voorlopige voorziening en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Tevens werd de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten van de eiser.