De vordering van Blalovast strekt er - na vermindering van eis - toe dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. de huurovereenkomst tussen Blalovast als verhuurster en Tijl als huurster aangaande de bedrijfs- en kantoorruimte van de onroerende zaak, staande en gelegen te Zwolle aan de Blaloweg 20 zal ontbinden per datum van het vonnis althans een in goede justitie te bepalen datum;
II. Tijl zal veroordelen om binnen vier weken na betekening van het in dezen te wijzen vonnis althans een in goede justitie te bepalen termijn, het gehuurde met al het hare en de haren te ontruimen en te verlaten en met overgifte van de sleutels in lege en behoorlijke staat ter vrije beschikking te stellen aan Blalovast;
III. Blalovast zal machtigen het vonnis ten uitvoer te doen leggen, zo nodig met behulp van de sterke arm van de politie en justitie, indien Tijl met de nakoming van het in
deze te wijzen vonnis in gebreke mocht blijven;
IV. Tijl zal veroordelen aan Blalovast te betalen:
a. een bedrag van € 58.218,89 aan achterstallige huurpenningen over het eerste kwartaal van 2006, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2006 tot aan de datum van algehele voldoening;
b. een contractuele boete van 2% per maand over de achterstallige huurpenningen ad € 58.218,89 vanaf 1 januari 2006 tot aan de datum van algehele voldoening, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectieve vervaldata tot aan de datum van algehele voldoening;
c. een bedrag van € 70.108,60 aan achterstallige huurpenningen over het tweede kwartaal van 2006, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 april 2006 tot aan de datum van algehele voldoening;
d. een contractuele boete van 2% per maand over de achterstallige huurpenningen ad € 70.108,60 vanaf 1 april 2006 tot aan de datum van algehele voldoening, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectieve vervaldata tot aan de datum van algehele voldoening;
e. een bedrag van € 139.343,82 aan achterstallige huurpenningen over het tweede kwartaal van 2004, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2006 tot aan de datum van algehele voldoening;
f. een contractuele boete van 2% per maand over de achterstallige huurpenningen ad € 139.343,82 vanaf 1 februari 2006 tot aan de datum van algehele voldoening, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectieve vervaldata tot aan de datum van algehele voldoening;
g. een bedrag van € 43.671,38 aan verschuldigde boete over de huur van 2005, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectieve vervaldata tot aan de datum van algehele voldoening;
h. de huurtermijnen ad € 274.358,60 per kwartaal vanaf 1 juli 2006 tot aan de datum waarop de huurovereenkomst zal zijn ontbonden, of indien de datum van ontbinding ligt voor het einde van een kwartaaltermijn het pro rate bedrag over het gedeelte van het kwartaal dat zal zijn verstreken, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectieve vervaldata van de kwartaaltermijnen, voor zover zij vervalt, tot aan de dag der algehele voldoening;
i. een bedrag van € 274.358,60 per kwartaal aan schadeloosstelling over de periode gelegen na de datum van ontbinding van de huurovereenkomst tot en met het tijdstip van ontruiming van het gehuurde, of indien de datum van ontruiming ligt voor het einde van een kwartaaltermijn het pro rate bedrag over het gedeelte van het kwartaal dat zal zijn verstreken, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de respectieve vervaldata van de kwartaaltermijnen, voor zover zij vervalt, tot aan de dag der algehele voldoening;
j. een bedrag van € 5.355,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
V. Tijl zal veroordelen in de kosten van de procedure, de kosten van beslaglegging daaronder begrepen.