ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ1871

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
7 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
333054 AZ 06-34
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H. Canté
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging inschrijving in het handelsregister afgewezen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 7 november 2006 uitspraak gedaan in een verzoek ex artikel 23 van de Handelsregisterwet. Verzoeker, een vennoot van een vennootschap onder firma (vof), heeft verzocht om de ongedaanmaking van de uitschrijving van de vof uit het handelsregister en om deze opnieuw in te schrijven onder het oorspronkelijke dossiernummer. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat de inschrijving van de besloten vennootschap (B.V.) die de onderneming van de vof zou hebben overgenomen, berustte op een vergissing van de notaris. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de feiten, waaronder de oprichting van de vof en de B.V., en de inschrijving van de B.V. door de Kamer van Koophandel (KvK) op 18 mei 2006.

De kantonrechter heeft het verzoek van verzoeker afgewezen. De rechter oordeelde dat verzoeker niet had aangetoond dat de inschrijving van de B.V. onjuist was en dat er geen klemmende redenen waren om de inschrijving te wijzigen. De rechter benadrukte het belang van rechtszekerheid en de informatieve functie van het handelsregister. De kantonrechter concludeerde dat de inschrijving correct was geschied op basis van de opgave van verzoeker en dat de door hem aangevoerde fiscale, administratieve en financiële motieven onvoldoende waren om tot wijziging van de inschrijving over te gaan. Verzoeker werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de KvK waren ontstaan en op nihil waren begroot.

Deze uitspraak benadrukt de strikte eisen die aan verzoeken tot wijziging van inschrijvingen in het handelsregister worden gesteld, en de noodzaak voor verzoekers om concrete en onderbouwde redenen aan te voeren voor dergelijke verzoeken.

Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD
sector kanton – locatie Deventer
zaaknr. : 333054 AZ VERZ 06-34
datum : 7 november 2006
Beschikking op een verzoek ex artikel 23 Handelsregisterwet
op verzoek van:
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoekende partij,
gemachtigde mr. E.K. Dijkstra, 3430 AA Nieuwegein, postbus 32,
tegen
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de Regio Zwolle,
gevestigd te 8021 ET Zwolle, Govert Flinckstraat 1,
verwerende partij.
De procedure
De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
- Het aangehechte verzoek ex artikel 23 Handelsregisterwet van verzoeker, ter griffie ingekomen op 21 september 2006, en van het daarop door verweerster ingediende, en op 5 oktober 2006 ter griffie ontvangen verweerschrift;
- het verhandelde ter terechtzitting van 31 oktober 2006, alwaar zijn verschenen verzoeker, bijgestaan door mr. Geerarths, advocaat te Almelo en verweerster, bij monde van haar hoofd handelsregister en registerbeheerder, beiden in dienst van verweerster.
Het verzoek
Verzoeker (hierna ook: [verzoeker]) heeft op de voet van artikel 23 Handelsregisterwet verzocht om ongedaan making van de uitschrijving uit het handelsregister van de [De Vennootschap] en om deze onderneming opnieuw in te schrijven onder het oorspronkelijke dossiernummer 09134616, alsmede het huidige dossiernummer van [De Besloten Vennootschap]. bij verweerster, te weten het oorspronkelijke dossiernummer van [De Vennootschap], te vervangen door een nieuw dossiernummer.
De beoordeling
1.
Tussen partijen staat als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende) betwist, mede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden bescheiden, het volgende vast.
a. [verzoeker] is één van de twee vennoten van [De Vennootschap] (hierna: de vof), en middellijk (voor de helft) aandeelhouder van de besloten vennootschap [De Besloten Vennootschap] (hierna ook: de B.V.).
b. De vof is op 1 april 2003 opgericht en exploiteerde vanaf haar oprichting te [gemeente] een eethuis (aan het adres [adres]) en een cafetaria onder de naam [naam] aan het adres [adres] te [gemeente]).
c. De B.V. is bij notariële akte van 4 mei 2004 opgericht, blijkens haar akte van oprichting gevestigd te [gemeente] aan het adres [adres], en heeft als statutair omschreven doel onder meer de exploitatie van een cafetaria annex eethuis.
d. Op 12 mei 2004 heeft verweerster (hierna ook: KvK) een door de notaris (ten overstaan van wie de oprichtingsakte van de B.V. werd verleden) een verzoek tot inschrijving van de B.V. ontvangen, waarin was opgenomen de mededeling dat de onderneming van de vof door de B.V. was overgenomen. Op 18 mei 2006 heeft KvK de B.V. ingeschreven onder het oorspronkelijk voor de vof gebruikte inschrijvingsnummer en de vof uitgeschreven.
2.
[verzoeker] verzoekt thans de onder 1 sub d omschreven uitschrijving ongedaan te maken, vervolgens aan de wederom ingeschreven vof het oorspronkelijk voor haar geldende inschrijvingsnummer toe te kennen en aan de B.V. een nieuw inschrijvingsnummer toe te kennen.
Ter toelichting van dit verzoek heeft [verzoeker] het volgende, kort samengevat, aangevoerd.
Het verzoek tot inschrijving van de B.V. in het handelsregister van 12 mei 2004 berustte op een vergissing omdat de notaris abusievelijk, en in strijd met de hem verstrekte opdracht, daarbij heeft vermeld dat de B.V. de onderneming van de vof overnam. Dat laatste was niet de bedoeling en is feitelijk ook niet gebeurd. De vergissing is ook aan [verzoeker] al kort na de inschrijving duidelijk geworden, en hij heeft de notaris toen opdracht gegeven die weer recht te zetten. Ondanks vele beloften van de notaris om dat te doen heeft het tot september 2006 geduurd voordat de notaris het onderhavige verzoekschrift heeft ingediend. Overigens wist KvK in 2004 wat de werkelijke bedoeling van [verzoeker] was, omdat het eerste verzoek tot inschrijving van de B.V. als nieuwe onderneming werd afgewezen vanwege de met die van de vof overeenkomende naam, doelstelling en vestigingsadres. Er zijn klemmende redenen van fiscale, administratieve en financiële aard die nopen tot herstel van deze vergissing, vooral ook vanwege inmiddels opgetreden onenigheid tussen [verzoeker] en zijn enige mede vennoot in de vof, tevens enige mede (middellijke) aandeelhouder in de B.V.. Ten aanzien van de vof is tussen de vennoten een overeenkomst tot ontbinding gesloten. De vof heeft in het voorjaar van 2005 haar activiteiten gestaakt, waarbij de activiteit betreffende het cafetaria Eetcafé “[naam]” (op [adres]) door [verzoeker] als éénmanszaak is voortgezet en de activiteit betreffende het café ’t [naam] (op [adres]) is ondergebracht in een andere besloten vennootschap van [verzoeker] en zijn (enige) compagnon. De B.V. heeft nimmer enige activiteit ontwikkeld en was slechts opgericht om toekomstige activiteiten dadelijk in te kunnen onderbrengen.
3.
KvK heeft het verzoek tegengesproken, ook kort samengevat als volgt.
De enige stukken in het dossier betreffende de (inschrijving van de) onderhavige ondernemingen zijn het verzoek van de notaris, dat op 12 mei 2004 binnenkwam en dat op zich geen ruimte voor vragen of twijfel openliet: het verzoek betrof de inschrijving van de B.V. en de mededeling dat de B.V. de onderneming van de vof had overgenomen. Uit het dossier blijkt niets van een eerder verzoek of van voorafgaand overleg met de notaris. Het belang van de rechtszekerheid, waarvoor het handelsregister vooral dient te waken, verzet zich tegen toewijzing van het verzoek om met terugwerkende kracht belangrijke gegevens te wijzigen. Dat klemt temeer nu niet is gebleken dat die inschrijving op een verkeerde opgave was gebaseerd. Het verzoek is vermoedelijk alleen ingegeven door administratieve en fiscale motieven.
4.
De grondslag van het verzoek ligt in artikel 23 Handelsregisterwet. Volgens die bepaling kunnen “een Kamer of een andere belanghebbende“ de kantonrechter vragen een inschrijving door te halen, aan te vullen of te wijzigen, dan wel de inschrijving van een onderneming of rechtspersoon te gelasten als zij van mening zijn “dat de inschrijving van een onderneming of rechtspersoon onjuist, onvolledig of in strijd met de openbare orde of de goede zeden is of dat een onderneming of rechtspersoon ten onrechte niet is ingeschreven”.
5.
[verzoeker] heeft niet bestreden dat de inschrijving is geschiedt overeenkomstig de namens hem gedane opgave, en dus in zoverre correct. Hij heeft ook niet bestreden dat KvK geen (objectief geldige) reden had om aan te nemen dat de gedane opgave niet met de werkelijke bedoelingen van de aanvrager overeenkwamen. KvK heeft, integendeel, onbestreden aangevoerd dat die opgave juist alleszins voor de hand lag, gezien de vergaande mate van overeenkomst van de handelsnaam, de doelstelling en het vestigingsadres van de vof met die van de B.V.. Weliswaar heeft de betrokken notaris in het verzoekschrift aangegeven dat hij in het desbetreffende inschrijvingsverzoek in mei 2004 “abusievelijk” heeft aangegeven dat de B.V. een voortzetting zou zijn van de vof, maar dat is gezien het grote tijdsverloop tussen die inschrijving en de indiening van het onderhavige verzoekschrift niet erg aannemelijk en overigens voor het aannemen van een onjuiste inschrijving in de zin van artikel 23 Handelsregisterwet onvoldoende. Met KvK is de kantonrechter van oordeel dat alleen klemmende redenen aanleiding tot wijziging van een inschrijving kunnen vormen gezien het belang van informatieve functie die het handelsregister in het maatschappelijke verkeer heeft. Ook de aangevoerde fiscale, administratieve en financiële motieven zijn daartoe ontoereikend, nog daargelaten dat die belangen slechts in zeer algemene termen zijn beschreven en – ook desgevraagd ter zitting – op geen enkele wijze met concrete gegevens zijn onderbouwd. In het bijzonder is aldus niet duidelijk geworden waarom een inschrijving van de vof thans, of veel eerder in de inmiddels ongebruikt verstreken periode sedert de als onjuist bestempelde inschrijving in mei 2004, alsnog geen oplossing kan (had kunnen) bieden. Voorzover één en ander met name als bezwaarlijk wordt ondervonden door de inmiddels verstreken tijd, is dat een omstandigheid die voor rekening en risico van [verzoeker] komt.
6.
Het verzoek wordt mitsdien afgewezen. [verzoeker] wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld tot betaling van de proceskosten.
De beslissing
De kantonrechter:
- wijst het verzoek af;
- veroordeelt [verzoeker] in de kosten van deze procedure, voorzover tot op heden aan de zijde van KvK ontstaan en begroot op nihil.
Gegeven door mr. A.H. Canté, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 7 november 2006, in tegenwoordigheid van de griffier.