ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ2055
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing van beschermingsbewind wegens zinloosheid
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 9 november 2006, betreft het een verzoek tot opheffing van een beschermingsbewind dat in 1996 was ingesteld en in 2000 was overgenomen door de Gemeente Zwolle, afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De rechthebbende, die sinds juli 2006 geen uitkering meer ontvangt, weigert zijn inkomstenbron bekend te maken en heeft geen vaste woon- of verblijfplaats. Dit heeft geleid tot de conclusie dat daadwerkelijke bewindvoering onmogelijk is. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden tot 28 november 2006, zodat de rechthebbende de kans krijgt om gemotiveerd te verzoeken het bewind in stand te laten. De bewindvoerder is opgedragen om binnen 14 dagen een eindrekening en verantwoording in te dienen bij de kantonrechter en een kopie daarvan aan de rechthebbende te sturen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de beschermingsmaatregel in deze situatie volstrekt zinloos is, tenzij de rechthebbende zich voor de gestelde datum meldt en een deugdelijk gemotiveerd verzoek indient. De rechter heeft ook opgemerkt dat er problemen zijn met de rechthebbende, die afspraken niet nakomt en die betrokken lijkt te zijn bij frauduleuze activiteiten, waaronder het hebben van meerdere kentekens op zijn naam. De kantonrechter is voornemens om het bewind op te heffen per 1 december 2006, tenzij er tijdig een verzoek tot handhaving van het bewind wordt ingediend.