ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ2956
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werkgever bij arbeidsongeval met bandschuurmachine
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd behandeld, stond de aansprakelijkheid van de verwerende partij centraal naar aanleiding van een arbeidsongeval dat plaatsvond op 24 september 2002. De eisende partij, een ervaren monteur, had op die dag een ongeval met een bandschuurmachine, waarbij zijn linkerduim bekneld raakte. Eerder was er al een tussenvonnis gewezen op 8 augustus 2006, waarna een comparitie van partijen volgde op 23 oktober 2006. Tijdens deze comparitie werd besproken of de eisende partij voldoende was geïnstrueerd over het gebruik van de bandschuurmachine. De kantonrechter oordeelde dat er geen specifieke richtlijnen waren die de verwerende partij verplichtten om extra instructies te geven voor het gebruik van de machine, die als standaard werd beschouwd in de metaalbewerking.
De rechter concludeerde dat de eisende partij, die sinds 3 juni 2002 in dienst was, voldoende ervaring had met de machine en dat het gebruik ervan geen bijzondere aandacht of begeleiding vereiste. De kantonrechter stelde vast dat de beknelling was ontstaan door onjuist gebruik van de machine door de eisende partij zelf, die zijn hand te dicht bij de draaiende schuurband had gebracht. De rechter oordeelde dat de verwerende partij niet tekort was geschoten in haar zorgplicht, aangezien de risico's van het gebruik van een bandschuurmachine algemeen bekend zijn, vooral voor een ervaren werknemer.
Uiteindelijk wees de kantonrechter de vorderingen van de eisende partij af en veroordeelde hem in de proceskosten, die aan de zijde van de verwerende partij waren begroot op € 750,00. De uitspraak werd gedaan in de openbare terechtzitting van 21 november 2006, waarbij de rechter de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaarde.