1.
Tussen partijen staan de volgende feiten vast.
1.1 Werknemer is op 1 december 1999 als trainee in dienst getreden bij werkgeefster voor de duur van een jaar. Werkgeefster drijft een onderneming op het gebied van automatisering. Zij levert en installeert hardware en legt netwerken aan. In de op 11 januari 2000 ondertekende en door werkgeefster opgestelde arbeidsovereenkomst staat dat een maand voor het aflopen van de overeenkomst een eventueel vast dienstverband zal worden aangeboden, afhankelijk van het functioneren van werknemer.
1.2 Ook is, onder de kop ‘concurrentiebeding na dienstverband’, de volgende bepaling opgenomen:
“Werknemer bindt zich gedurende een periode van een jaar na het einde van het dienstverband –ongeacht de wijze waarop deze is beëindigd- in enigerlei vorm werkzaam of betrokken te zijn bij ondernemingen van cliënten of relaties van werkgever. Deze verplichting geldt uitsluitend voor Nederland.
Indien werknemer in strijd met bovenstaande verplichting handelt, zal aan werkgever zonder dat ingebrekestelling vereist is, voor iedere overtreding een boetesom verbeuren van f. 5.000,00 alsmede een boete gelijk aan f. 1.000,00 voor elke dag dat de overtreding na mededeling van ontdekking van werkgever voortduurt.”
1.3 Na 1 december 2000 is werknemer in dienst gebleven, in de functie van technisch medewerker, zonder dat een nieuwe schriftelijke arbeidsovereenkomst is opgemaakt.
1.4 In de loop van 2003 heeft werkgeefster een als productie 2 bij akte na dagvaarding overgelegde arbeidsovereenkomst aan werknemer ter tekening voorgelegd, waarin als functie technicus staat vermeld en waarin het onder 1.2 vermelde beding woordelijk is herhaald, met dien verstande dat de guldentekens in eurotekens zijn gewijzigd. Werknemer heeft ook deze overeenkomst ondertekend onder de datum 1 december 1999.
1.5 Eind januari 2005 heeft werknemer de arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 28 februari 2005. Per 1 maart 2005 is hij in dienst getreden van [X], een onderneming die zich met name bezighoudt met ontwikkeling van software maar ook hardware verkoopt.
1.6 Werkgeefster heeft werknemer en [X] in kort geding gedagvaard en onder meer gevorderd dat het werknemer wordt verboden te handelen in strijd met het concurrentiebeding. Bij vonnis van 12 september 2005 is het werknemer verboden werkzaamheden te verrichten en/of informatie te verschaffen op het gebied van automatisering voor zover dit in strijd is met het concurrentiebeding, op straffe van een dwangsom. In de overwegingen staat de kanttekening dat de voorzieningenrechter niet met voldoende mate van zekerheid kan vaststellen dat [X] een relatie in de zin van het beding is, maar wel dat werknemer ten behoeve van [X] werkzaamheden verricht of heeft verricht voor (gewezen) cliënten van werkgeefster.