ECLI:NL:RBZLY:2006:AZ9298
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Zomer
- Rechtspraak.nl
Bindende beslissing van de geschillencommissie advocatuur en termijn voor dagvaarden
In deze zaak heeft eiser, wonende te Zwolle, een vordering ingesteld tegen gedaagde, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, eveneens gevestigd te Zwolle. De procedure is gestart met een dagvaarding op 17 maart 2005, waarbij eiser zich beroept op een bindend advies van de Geschillencommissie Advocatuur. Eiser had in 2004 een klacht ingediend bij de commissie over de kwaliteit van de dienstverlening door zijn advocaat, mr. [advocaat]. In het door eiser ondertekende Vragenformulier heeft hij verzocht om een schadevergoeding van EUR 10.000,- vanwege een vermeende tekortkoming in de dienstverlening. De commissie heeft in haar bindend advies op 26 juli 2004 geoordeeld dat de advocaat tekortgeschoten is en heeft eiser een schadevergoeding van EUR 7.500,- toegekend.
Eiser vordert in deze procedure een verklaring voor recht dat gedaagde toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst van opdracht en verzoekt om schadevergoeding. Gedaagde voert verweer en stelt dat eiser niet-ontvankelijk is in zijn vordering omdat hij niet binnen de termijn van drie maanden na het bindend advies heeft gedagvaard, zoals voorgeschreven in artikel 24 van het reglement van de commissie. Eiser betwist dit en stelt dat hij een schade van meer dan EUR 10.000,- heeft geleden, en dat het hem niet duidelijk was dat hij niet meer kon terugkomen op zijn vordering.
De rechtbank oordeelt dat eiser niet-ontvankelijk is in zijn vordering, omdat hij de termijn van drie maanden heeft overschreden. De rechtbank wijst erop dat het bindend advies onaantastbaar is geworden en dat eiser niet kan terugkomen op zijn eerdere beperking van de schadeclaim tot EUR 10.000,-. De rechtbank veroordeelt eiser in de proceskosten aan de zijde van gedaagde, die zijn begroot op EUR 2.863,00. Dit vonnis is gewezen door mr. M. Zomer en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2006.