vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
zaaknummer / rolnummer: 124188 / KG ZA 06-374
Vonnis in kort geding van 11 oktober 2006
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser sub 1],
gevestigd en zaakdoende te [plaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser sub 2],
gevestigd en zaakdoende te [plaats],
3. [eiser sub 3],
wonende en zaakdoende te [plaats],
4. [eiser sub 4],
wonende en zaakdoende te [plaats],
eisers,
procureur mr. R.K.E. Buijsrogge,
advocaat mr. J.J.J. de Rooij te Tilburg,
[gedaagde]
wonende en zaakdoende te [woonplaats],
gedaagde,
verschenen in persoon,
bijgestaan door mr. A. Holtland, juridisch adviseur te IJsselmuiden.
Partijen zullen hierna [eisers] - dan wel tezamen eisers - en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van eisers
- de pleitnota van [gedaagde].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. [gedaagde] heeft via agrarisch makelaar [agrarisch makelaar] van RE/MAX Makelaardij 304 varkensrechten te koop aangeboden.
2.2. [agrarisch makelaar] heeft een koper voor deze varkensrechten gevonden in [eiser sub 2] vertegenwoordigd door de directeur, [directeur]. Op 2 februari 2005 hebben [gedaagde] en [eiser sub 2] een overeenkomst ondertekend waarin is neergelegd dat [eiser sub 2] 304 varkensrechten van [gedaagde] koopt voor een bedrag van EUR 43.776,00.
2.3. Voor de levering van varkensrechten is vereist dat de transactie ter registratie wordt aangemeld bij het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit, via Dienst Regelingen te Assen. In voornoemde overeenkomst - [gedaagde] wordt aangeduid als partij A en [eiser sub 2] als partij B - is in dat verband, voor zover van belang, het navolgende opgenomen:
2 Partij B zal ten tijde van ondertekening van het formulier "Overdracht van varkensrechten" indepot bij RE/MAX Makelaardij, [agrarisch makelaar] de volgende vergoeding, bestemd voor partij A, storten: EURO 43776,00 zijnde de totale koopsom.
4 Beide partijen zullen hun volledige medewerking verlenen om registratie van de overdracht van bovengenoemde productierechten te bewerkstelligen.
9 RE/MAX Makelaardij [agrarisch makelaar], zal binnen zeven werkdagen nadat Bureau Heffingen te Assen [bedoeld wordt Dienst Regelingen te Assen, toevoeging voorzieningenrechter] heeft bericht dat bovengenoemde overdracht definitief is geregistreerd, het door partij B gestorte bedrag aan partij A overmaken.
11 Indien Bureau Heffingen te Assen de overdracht van de onder een bedoelde rechten [de 304 varkensrechten, toevoeging voorzieningenrechter] volgens de daarvoor geldende wettelijke regels niet kan registreren, met inachtneming van artikel 4, vervalt de overeenkomst. In dat geval zal RE/MAX Makelaardij [agrarisch makelaar] het oor partij B betaalde bedrag volledig aan partij B terugbetalen en wel binnen zeven dagen na het definitieve bericht van Bureau Heffingen te Assen om niet tot registratie over te gaan.
13 Partij B zal binnen twee weken na ondertekening van het overdrachtsformulier het verzoek tot overschrijving bij Bureau Heffingen te Assen indienen.
2.4. De door [eiser sub 2] aangekochte varkensrechten waren bestemd voor [eiser sub 1] Voor de levering van de varkensrechten, door middel van registratie daarvan bij Dienst Regelingen, hebben [eiser sub 1] en [gedaagde] het daarvoor bestemde overdrachtsformulier ingevuld en ondertekend.
2.5. De koopsom is, zoals overeengekomen onder 2 in de overeenkomst, in depot gestort en de transactie is aangeboden bij Dienst Regelingen ter registratie.
2.6. Dienst Regelingen heeft aan [eiser sub 1] laten weten dat voor registratie van de transactie goedkeuring van de pachtovereenkomst - uit hoofde waarvan [eiser sub 1] het stuk grond pacht waar de varkens op gehouden worden - door de Grondkamer vereist is. [eiser sub 1] heeft zich op het standpunt gesteld dat een dergelijke eis niet gesteld kan worden in het kader van de registratie van varkensrechten. [eiser sub 1] heeft via diens raadsman mr. J.J.J. de Rooij, meermalen gecorrespondeerd met Dienst Regelingen omtrent de voortgang van de registratie en de kwestie omtrent de pachtovereenkomst.
2.7. Bij aangetekende brief van 6 december 2005 laat [gedaagde] via zijn gemachtigde mr. A. Holtland, aan [eiser sub 2] weten dat [gedaagde] ingevolge het bepaalde in artikel 11 de overeenkomst wenst te ontbinden conform artikel 8 van de overeenkomst nu registratie van de transactie nog steeds niet heeft plaatsgevonden en [gedaagde] heeft vernomen dat registratie ook niet mogelijk is. Bij brief van 12 december 2005 deelt [agrarisch makelaar] van RE/MAX Makelaardij namens de heer [directeur] mede dat niet akkoord wordt gegaan met ontbinding van de overeenkomst nu de transactie nog ter registratie voorligt aan Dienst Regelingen.
2.8. Op 17 mei 2006 dient [eiser sub 1], alhoewel zij zich op het standpunt stelt dat voor registratie van de varkensrechten de eis van een goedgekeurde pachtovereenkomst niet gesteld kan worden, een verzoek in tot goedkeuring van de pachtovereenkomst bij de Grondkamer.
2.9. Dienst Regelingen heeft bij besluit van 31 mei 2006 registratie van de transactie geweigerd wegens het ontbreken van goedkeuring van de pachtovereenkomst door de Grondkamer.
2.10. [eiser sub 1] heeft op 30 juni 2006 bezwaar aangetekend tegen het besluit van Dienst Regelingen.
2.11. Bij brief van 23 juni 2006 laat [gedaagde] via RE/MAX Makelaardij aan [eiser sub 2] weten dat de koopsom is teruggestort naar aanleiding van de weigering van Dienst Regelingen de transactie te registreren.
2.12. Op 19 juli 2006 laat mr. de Rooij namens [eiser sub 1] en [eiser sub 2] onder meer weten dat [gedaagde] gehouden is de overeenkomst na te komen en wordt tevens de koopsom vermeerderd met 4% rente over één jaar overgemaakt. [gedaagde] stort de koopsom en de rente vervolgens terug en deelt mede dat de rechten aan een derde zullen worden doorverkocht.
2.13. Op 28 juli 2006 willigt de Grondkamer het verzoek tot goedkeuring van de pachtovereenkomst in. Dienst Regelingen heeft aan (de raadsman van) [eiser sub 1] medegedeeld dat overgegaan zal worden tot registratie van de varkensrechten zodra [gedaagde] daarmee (nogmaals) instemt. Mr. de Rooij heeft dit bij brief van 4 augustus 2006 aan de gemachtigde van [gedaagde] medegedeeld en tevens aangegeven dat een en ander geverifieerd kan worden bij mevrouw [mevrouw] van Dienst Regelingen.
2.14. [gedaagde] geeft via diens gemachtigde aan dat slecht zal worden ingestemd met overdracht aan [eiser sub 1] tegen een koopsom van EUR 52.820,00 gelet op de gestegen prijzen van varkensrechten. [eiser sub 1] en [eiser sub 2] hebben dit voorstel geweigerd.
2.15. [gedaagde] heeft de varkensrechten in afwachting van onderhavige procedure niet aan een derde verkocht.
3.1. Eisers vorderen - samengevat - dat [gedaagde] zal worden veroordeeld
- om zich te onthouden van alle handelingen die kunnen leiden tot het niet registreren door Dienst Regelingen van de aan [eiser sub 1] op basis van de overeenkomst van 3 februari 2005 te leveren 304 varkensrechten, meer in het bijzonder door zich te onthouden van verkoop van die varkensrechten aan derden op straffe van een dwangsom van EUR 25.000,00 voor iedere dag of dagdeel dat [gedaagde] in gebreke blijft hieraan te voldaan;
- om binnen 5 dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis, alle medewerking te verlenen die dienen te leiden tot het registreren door Dienst Regelingen van voornoemde varkensrechten, meer in het bijzonder door schriftelijk aan Dienst Regelingen te verklaren dat hij instemt met registratie, op straffe van een dwangsom van EUR 25.000,00 voor iedere dag of dagdeel dat [gedaagde] in gebreke blijft hieraan te voldaan;
- tot betaling van de kosten van dit geding en de wettelijke rente over de proceskosten indien deze kosten niet binnen 14 dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis zijn betaald.
3.2. [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Eisers voeren aan dat artikel 11 exclusief ten behoeve van de koper, [eiser sub 2], is geschreven. Verder voeren zij aan dat een beroep op artikel 11 niet opgaat nu de weigering van Dienst Regelingen definitief dient te zijn hetgeen niet het geval is. Voort wordt aangevoerd dat artikel 11 slechts van toepassing is indien Dienst Regelingen volgens de geldende wettelijke regels niet kán registreren hetgeen evenmin aan de orde is. Volgens eisers werkt [gedaagde] niet mee aan registratie omdat de prijs van een varkensrecht inmiddels aanzienlijk is gestegen.
4.2. [gedaagde] stelt op zijn beurt dat artikel 11 van de overeenkomst direct in werking is getreden op het moment dat Dienst Regelingen heeft bericht dat registratie niet plaats kan vinden in verband met het niet voldoen aan bepaalde eisen. Voorts stelt [gedaagde] dat de grenzen van het betamelijke zijn overschreden gelet op het tijdsverloop en gelet op het feit dat uitvoering van de overeenkomst afhankelijk werd van allerlei andere procedures zodat van hem niet langer gevergd kan worden dat hij medewerking verleent aan uitvoering van de overeenkomst.
4.3. Kernvraag in het geschil is of aan [gedaagde] een beroep op artikel 11 van de overeenkomst toekomt. In dat verband zij vooropgesteld dat in de overeenkomst geen termijn is gesteld waar binnen registratie plaats dient te vinden terwijl artikel 11 wel rept van een definitief bericht van Dienst Regelingen. Daarop gelet is het niet onaannemelijk dat een bodemrechter, later oordelend, tot de conclusie zal komen dat artikel 11 in beginsel niet van toepassing is zolang het besluit van Dienst Regelingen om niet te registreren, niet definitief is. Daarmee is overigens niet gezegd dat [gedaagde] gehouden zou zijn voor onbepaalde tijd te wachten op een definitief bestuursrechtelijk besluit. Het had echter op de weg van [gedaagde] gelegen om - bij gebrek aan een voorziening daaromtrent in de overeenkomst - op het moment dat hij van mening was dat registratie onredelijk lang op zich liet wachten, aan [eiser sub 2] een termijn te stellen.
4.4. Bovendien is de voorzieningenrechter, gelijk eisers hebben betoogd, voorshands van oordeel dat artikel 11 geschreven is ten behoeve van de koper van de varkensrechten, te weten [eiser sub 2] De verkoper, [gedaagde], behoudt immers zijn varkensrechten in het geval registratie geen doorgang kan vinden terwijl de koper in dat geval met lege handen komt te staan. Ter voorkoming daarvan is in artikel 11 bepaald dat de koper zijn geld terugkrijgt indien de registratie geen doorgang kan vinden. De voorzieningenrechter stelt dan ook naar voorlopig oordeel vast dat het artikel toepassing mist bij gebrek aan een definitief besluit van Dienst Regelingen en dat aan [gedaagde] als verkoper bovendien geen beroep op artikel 11 toekomt.
4.5. Voor zover [gedaagde] bedoeld heeft te betogen dat de varkensrechten niet op naam van [eiser sub 1] kunnen worden geregistreerd nu [eiser sub 1] geen partij bij de overeenkomst is, dan wel dat hij niet gehouden is zijn medewerking te verlenen aan overdracht aan een ander dan [eiser sub 2], zal dat worden gepasseerd. In de overeenkomst is niet opgenomen aan wie de levering zal geschieden of ten behoeve van wie de transactie geregistreerd dient te worden. In de overeenkomst is slechts opgenomen dat [gedaagde] mee dient te werken aan overdracht door het daartoe bestemde formulier in te vullen en te ondertekenen. [gedaagde] heeft dit reeds gedaan door het overdrachtsformulier ten behoeve van levering van de varkensrechten aan [eiser sub 1] in te vullen en te ondertekenen (rechtsoverweging 2.4.). Niet valt in te zien welk bezwaar er thans zou kleven aan het (nogmaals) verlenen van medewerking aan de overdracht aan [eiser sub 1]
4.6. Ter zitting is aan de zijde van eisers medegedeeld dat registratie van de varkensrechten reeds sinds een maand mogelijk is. Daarvoor is enkel nodig dat [gedaagde] zijn instemming daarmee kenbaar maakt aan Dienst Regelingen. Het belang van eisers dat de varkensrechten, die zowel toezien op het kunnen houden van varkens in het jaar 2005 als in het jaar 2006, alsnog worden geregistreerd, is groot. Het houden van varkens zonder een daarmee corresponderend aantal geregistreerde varkensrechten, levert een strafbaar feit op. [eiser sub 1] heeft in 2005 meer varkens gehouden dan mogelijk was op grond van het aantal varkensrechten dat zij bezat doordat registratie van de via [eiser sub 2] aangekochte varkensrechten, geweigerd werd. Met Dienst Regelingen is echter overeengekomen dat registratie van de varkensrechten - nadat [gedaagde] daarmee instemt - met terugwerkende kracht zal geschieden zodat [eiser sub 1] niet het risico loopt vervolgd te worden door het Openbaar Ministerie. Anderzijds is er voor [gedaagde] geen belang gelegen in het overdragen van de varkensrechten aan een derde in plaats van aan [eiser sub 1] [gedaagde] heeft ter zitting immers betwist dat de inmiddels gestegen prijzen een reden voor hem zijn om niet langer te willen leveren aan [eiser sub 1] - hetgeen overigens ook geen belang is waar rekening mee gehouden zou worden in onderhavig geschil - terwijl van enig ander belang niet is gebleken.
4.7. De vorderingen zullen dan ook worden toegewezen. De voorzieningenrechter ziet aanleiding de gevorderde dwangsom te beperken en te maximeren.
4.8. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op:
- dagvaarding EUR 71,32
- vast recht 248,00
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1.135,32
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. gebiedt [gedaagde] om zich te onthouden van alle handelingen die kunnen leiden tot het niet registreren door Dienst Regelingen van de aan [eiser sub 1] op basis van de koopovereenkomst van 3 februari 2005 te leveren 304 varkensrechten, meer in het bijzonder door zich te onthouden van verkoop van die varkensrechten aan derden,
5.2. gebiedt [gedaagde] om binnen 5 dagen na dagtekening van dit vonnis, alle medewerking te verlenen die dient te leiden tot het registreren door Dienst Regelingen van de onder 5.1. genoemde varkensrechten, meer in het bijzonder door schriftelijk aan Dienst Regelingen te verklaren, in een door Dienst Regelingen voorgeschreven vorm dat hij, [gedaagde], instemt met de registratie op naam van [eiser sub 1],
5.3. bepaalt dat [gedaagde] voor iedere dag of gedeelte daarvan dat hij in strijd handelt met het onder 5.1. en 5.2. bepaalde, aan eisers een dwangsom verbeurt van EUR 10.000,00, tot een maximum van EUR 70.000,00,
5.4. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van eisers tot op heden begroot op EUR 1.135,32, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens-de Mug en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2006.