ECLI:NL:RBZLY:2006:BA8772
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing schorsende werking tenuitvoerlegging bij verzet tegen dwangbevel
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 17 januari 2007 uitspraak gedaan in een incident betreffende de opheffing van de schorsende werking van een dwangbevel. De eiseres, [naam] HOLDING B.V., gevestigd te Balkbrug, heeft verzet aangetekend tegen een dwangbevel dat door de Gedeputeerde Staten van de Provincie Overijssel was uitgevaardigd op 25 november 2005. Dit dwangbevel was opgelegd wegens overtredingen van de Wet milieubeheer. De Provincie vorderde in het incident de opheffing van de schorsing van de tenuitvoerlegging van het dwangbevel, met het argument dat zij jarenlang handhavend had opgetreden tegen de eiseres en dat een snelle voortzetting van het dwangsomtraject noodzakelijk was.
De rechtbank heeft in haar beoordeling overwogen dat de schorsing van de tenuitvoerlegging van het dwangbevel van rechtswege geldt op grond van artikel 5:26 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat de Provincie niet voldoende feiten en omstandigheden heeft aangedragen om de opheffing van de schorsing te rechtvaardigen. De stelling van de Provincie dat de eiseres verhaalsobjecten zou kunnen verkopen en daarmee aan verhaal zou onttrekken, werd door de rechtbank als onvoldoende onderbouwd beschouwd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het belang van rechtsbescherming voor de eiseres zwaarder weegt dan het belang van de rechtshandhaving door de Provincie.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van de Provincie tot opheffing van de schorsing afgewezen en bepaald dat de zaak op 31 januari 2007 weer op de rol zal komen voor beraad over het bepalen van een comparitie. De beslissing omtrent de kosten van het incident is aangehouden tot de uitspraak in de hoofdzaak.