ECLI:NL:RBZLY:2006:BA8827

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
8 november 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
114075 / HA ZA 05-1332
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Th.A. Ariëns
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande factuur en tegenvordering uit onrechtmatige daad

In deze zaak vorderde de Gesellschaft mit beschränkter Haftung TECHNISCHE TEXTILIEN LORRACH GMBH & CO KG (hierna: [TTL]) betaling van een openstaande factuur van EUR 20.000,00 van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]. De partijen hadden een overeenkomst gesloten waarbij [TTL] filters had geleverd aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]. Na meerdere pogingen tot betaling door [TTL] en een gebrek aan resultaat, werd de vordering aanhangig gemaakt. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] stelde dat de vordering van [TTL] niet gerechtvaardigd was, omdat het bedrag verrekend zou worden met toekomstige provisies en adviezen die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zou ontvangen in het kader van een voorgenomen samenwerking.

De rechtbank oordeelde dat de vordering van [TTL] toewijsbaar was, omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet had aangetoond dat er een geldige reden was om de betaling te weigeren. De rechtbank verwierp ook de tegenvordering van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op basis van onrechtmatige daad, omdat er onvoldoende bewijs was dat [TTL] onrechtmatig had gehandeld. De rechtbank concludeerde dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de proceskosten werd veroordeeld, zowel in conventie als in reconventie.

De uitspraak werd gedaan op 8 november 2006 door mr. Th.A. Ariëns, waarbij [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] werd veroordeeld tot betaling van de openstaande factuur, inclusief rente en incassokosten. De rechtbank oordeelde dat de verplichtingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] voortvloeien uit het Weens koopverdrag (CISG) van 1980, en dat er geen geldige excepties waren voor de betaling van de koopprijs.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 114075 / HA ZA 05-1332
Vonnis van 8 november 2006
in de zaak van
Gesellschaft mit beschränkter Haftung
TECHNISCHE TEXTILIEN LORRACH GMBH & CO KG,
gevestigd te [plaats],
eiseres in conventie, gedaagde in reconventie,
procureur mr. E.A.M. Claassen,
tegen
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]
wonende te [plaats],
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
procureur mr. E. uit de Fles.
Partijen zullen hierna [TTL] en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens van eis in reconventie,
- de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie,
- de conclusie van dupliek, in conventie tevens repliek in reconventie,
- de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2. Tenslotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
in conventie
2.1. Partijen hebben op 17 juni 2002 door middel van een Auftragsbestätigung van [TTL]
een overeenkomst gesloten krachtens welke [TTL] aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] filters heeft geleverd voor een
eindafnemer in [land], [naam]. De factuur van [TTL] met nummer 415145 van 27 juli 2002
is uitgeschreven voor een bedrag van EUR 27.716,00 waarvan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op 24 oktober 2002 een
gedeelte van EUR 7.716,00 heeft betaald zodat per saldo in hoofdsom EUR 20.000,00
onbetaald is gebleven.
2.2. [TTL] heeft gedurende ruim twee jaar vele minnelijke pogingen in het werk gesteld
betaling door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] van het restant te verkrijgen, evenwel zonder resultaat. Op 19 november 2004 schrijft zij aan [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie]:
Sehr geehrter Herr [naam],
Sehr geehrter Herr [naam],
Wir bestätigen den Eingang Ihrer o.g. Nachricht.
Nochmals teilen wir Ihnen mit, dass wir jetzt auf den Ausgleich des noch offenen Betrages aus der Rechnung-nr. 415145 über EUR 20.000,- bestehen. Die Verhandlungen bezuglich einer Kompensation dieses Betrages durch eine Zusammenarbeit sehen wir als beendet an, nachdem seit dem ersten Gespräch in dieser Angelegenheit (März 2003 – Hotel/ Nähe NL-[plaats]) keine Ansätze bzw. Impulse für den Aufbau der angedachten Zusammenarbeit von Ihnen eingegangen sind. Diese Entscheidung ist unserseits jetzt gefallen und ist nicht mehr abzuändern.
Wir fordern Sie hiermit ausdrücklich auf, den offenen Betrag bis spätestens 30.11.2004 auszugleichen, da wir im Falle der Überschreitung dieser Frist die weiteren rechtlichen Schritte einleiten müssen.
Mit freundlichten Grüssen
TECHNISCHE TEXTILIEN LÖRRACH GMBH. & CO. KG
[naam]
Geschäftsführer
2.3. De mededeling in die brief over “eine Zusammenarbeit” heeft betrekking op een
vorm van samenwerking tussen partijen die in de voorafgaande jaren tussen hen was besproken en die zijn neerslag heeft gevonden in diverse concept-overeenkomsten. De eerste bespreking daarover vond plaats in maart 2003 in [plaats]. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] werd daarbij vertegenwoordigd door [naam], partner van [gedaagde]. Inzet van de bespreking en daarop volgend later overleg tussen partijen was, kort gezegd, dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] “in de persoon van de heer [naam]” (conclusie van antwoord 8) zou kunnen gaan optreden als tussenpersoon/opdrachtenverwerver voor [TTL]. De in dat kader door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] te verkrijgen provisie-inkomsten en “Beraterhonorar” zouden worden verrekend met de openstaande vordering van [TTL] van EUR 20.000,-. Bij de voorgestelde vorm van samenwerking zou volgens de opeenvolgende concepten die van de zijde van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] het licht hebben gezien, ook een rol moeten zijn weggelegd voor de eigen onderneming van [naam] onder de naam [bedrijfsnaam] en een onderneming van [naam], gevestigd op het adres van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in [plaats] respectievelijk de vestiging van die onderneming in [plaats].
2.4. De besprekingen hebben niet tot een voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gunstig resultaat geleid. [TTL] drong
vervolgens aan op betaling van haar openstaande vordering omdat immers de voorgenomen verrekening met toekomstige “Beraterhonorar” en provisie inkomsten van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en/of [bedrijfsnaam] geen doorgang zou vinden.
2.5. Na verdere briefwisseling tussen partijen waarin [TTL] herhaalde pogingen van
[gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], c.q. [naam] om de samenwerking te bestendigen van de hand wijst, presenteert [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] op 1 december 2004 een factuur, gedateerd 1 oktober 2004 en luidend voor een bedrag van EUR 25.500,00, zulks met de mededeling:
“wier berechnen jedenfalls zur Kompensation beziehungsweise zum Zwecke des Schadenausgleichs – siehe dazu unser Schreiben von 01.12.2004 – nachstehend ….. (enz.)
De factuur bevat verder de mededeling:
“Soweit Ihre Forderung i.H.v. EUR 20.000,00 berechtigt sein sollte erwarten wir bis 15.12.04 mindestens den Verrechnungsbetrag EUR 5.500,00”.
3. Het geschil
in conventie en in reconventie
3.1. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] “stelt zich op het standpunt dat [TTL] geen aanspraak kan maken op het bedrag
van EUR 20.000,00 omdat dit bedrag in het kader van de voorgenomen samenwerking zou
worden verrekend, enerzijds met een vergoeding van EUR 10.000,00 voor adviezen van
[naam] en anderzijds zou toekomstige provisie in verband met de door de heer [naam]
aangebrachte opdrachten worden verrekend. Het staat [TTL] niet vrij om deze overeenkomst,
althans voorgenomen overeenkomst, eenzijdig te beëindigen en plotsklaps het bedrag van
EUR 20.000,00 alsnog op te eisen” (conclusie van antwoord 11).
3.2. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] grondt haar tegenvordering van EUR 25.500,00 op onrechtmatige daad. Die
zou erin hebben bestaan dat een voormalig procuratiehouder en bedrijfsleider van [TTL], [naam], zich in het verleden negatief had uitgelaten over [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [naam], waardoor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] schade heeft geleden. Hij zou zich al in 2002 ten overstaan van de directeur van [naam], eindafnemer van de door [TTL] geleverde filters, onheus over [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] en [naam] uitgelaten hebben. [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] zou luidens die uitlatingen onbetrouwbaar zijn en niet aan haar betalingsverplichtingen voldoen. Eenzelfde uitlating had [naam] gedaan tegenover een Zwitserse onderneming. Die uitlatingen waren onjuist omdat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] met betrekking tot twee eerder projecten, ook in 2002, wel aan haar betalingsverplichtingen had voldaan “en [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] een gegronde reden had om haar betalingsverplichting op te schorten vanwege de levering van verkeerde filters aan [fabriek], waarvoor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] werd aangesproken”.
3.3. Die laatste stelling over levering van onjuiste filters is door [TTL] gemotiveerd
weersproken. Er waren twee leveringen voor de [fabriek], één voor EUR 1.565,20 die in orde was en ook is betaald en nog een tweede voor slechts EUR 256,50, gefactureerd op 27 juni 2002. Het betrof 19 filters die een onjuiste maatvoering zouden hebben. [TTL] heeft dat probleem willen oplossen en heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] verzocht om toezending van één korf waar de geleverde filters om zouden moeten passen opdat zij de maatvoering kon controleren en eventueel ( gratis) nieuwe filters kon leveren. Die korf is door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] nooit gestuurd en [TTL] heeft de beweerdelijk verkeerde filters ook nooit geretourneerd gekregen. Nu [TTL] door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet in de gelegenheid is gesteld om het probleem op te lossen heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] haar recht verwerkt om rechtsgeldig een beroep te doen op onjuiste levering.
4. De beoordeling van het geschil
4.1. Partijen zijn het eens over de bevoegdheid van de rechtbank, zulks op grond van
het bepaalde in artikel 2 EEX -verordening.
4.2. Partijen verschillen van mening over het recht dat van toepassing is nu partijen
geen rechtskeuze hebben gedaan. Volgens [TTL] is dat Duits recht, volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] Nederlands recht als het recht van het land waar [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] als vertegenwoordiger van [TTL] haar zetel heeft. Volgens [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] blijkt dat uit artikel 6 EVO, volgens de rechtbank uit artikel 6 lid 1 van het Haags Vertegenwoordigingsverdrag van 1992.
4.3. De rechtbank volgt de zienswijze van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie], met inbegrip van de bedoelde correctie.
Ook Duitsland is partij bij dat verdrag. Nederlands recht is van toepassing, zowel op de contractuele als op de door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gestelde delictuele relatie.
4.4. De rechtbank verwerpt het betoog van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] als geciteerd onder 3.1. Haar stellingen
zijn innerlijk tegenstrijdig nu zij enerzijds stelt dat zij mag verrekenen op grond van een overeenkomst die uiteindelijk niet tot stand is gekomen en waaraan dan ook geen uitvoering is gegeven, en anderzijds de vordering van [TTL] pareert met een tegenvordering uit onrechtmatige daad. Waarom het [TTL] niet vrij zou staan “de voorgenomen (sic) overeenkomst eenzijdig te beëindigen” heeft [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] niet duidelijk gemaakt, ook niet in de context van de vaste jurisprudentie over het afbreken van onderhandelingen. Zij heeft daarmee niet aan haar stelplicht voldaan.
4.5. Van een onrechtmatige daad van [TTL] is ook overigens niet gebleken. Dat namens
[TTL] onware uitlatingen tegenover derden zouden zijn gedaan met betrekking tot [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] heeft zij niet nader onderbouwd. Indien al uitlatingen zijn gedaan van de strekking dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] haar verplichtingen niet nakomt is dat althans deels waar, zoals uit de motivering van [TTL] en de door haar overgelegde bewijsstukken blijkt. Verder heeft [TTL] onweersproken door [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gesteld dat zij de bemiddeling van de directeur van de in rechtsoverweging 3.2. bedoelde Zwitserse [onderneming], de heer [naam], heeft ingeroepen om betaling van haar vordering te krijgen nu die onderneming blijkbaar in een positie verkeerde waarin enige druk op [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] kon worden uitgeoefend. Dat is niet onrechtmatig.
4.6. Van enig onrechtmatig handelen van [TTL] met betrekking tot een verkeerde
levering van filters aan de [fabriek] is evenmin gebleken. De stellingen van [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] terzake blinken uit door vaagheid en zijn voor het overige in het geheel niet onderbouwd. Zij heeft ook niet aangetoond terzake schade te hebben geleden, anders dan dat zij bij de [fabriek] zou hebben moeten opkomen voor het met de transactie gemoeide bedrag van EUR 256,50. Dat [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] die schade heeft geleden respectievelijk dat zij dat bedrag daadwerkelijk aan de [fabriek] heeft betaald, heeft zij niet aangetoond, wat er zij de vraag waarom zij meent dat dat gegeven haar rechtvaardiging biedt een vordering van EUR 20.000,00 onbetaald te kunnen laten. Gebleken is evenmin dat [TTL] voor deze “schade” in verzuim is komen te verkeren. De vordering in reconventie is niet toewijsbaar.
4.7. Voor [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] gelden in de onderhavige relatie de verplichtingen die voor de koper
voortvloeien uit het Weens koopverdrag ( CISG) van 1980, zoals het betalen van de koopprijs. Van geldige excepties is niet gebleken.
4.8. De stellingen van [TTL] behoeven voor het overige geen bespreking, waarbij de
rechtbank overigens niet ontkomt aan de observatie dat zij de posities die [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in deze procedure inneemt niet geloofwaardig acht. Wie na twee jaar uitstel van betaling en zonder in die periode van een tegenvordering te reppen bij het mislukken van onderhandelingen over een overeenkomst met de crediteur uit het niets een factuur presenteert met een dubieuze en ook nog tegenstrijdige redengeving zet zijn geloofwaardigheid op het spel.
4.9. De vordering van [TTL] terzake gemaakte incasso kosten van EUR 904,00, berekend
conform het rapport Voorwerk II, is toewijsbaar. De rentevordering is toewijsbaar op basis van BW art. 6:119a. Als ingangsdatum voor de renteberekening zal de datum van de dagvaarding worden aangehouden omdat niet is gebleken dat [TTL] in de onderhandelingsfase zich het recht op rente heeft voorbehouden. Daarentegen heeft zij ook in de laatste aanmaningen uitsluitend betaling van de hoofdsom van EUR 20.000,00 verlangd.
4.10. Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in conventie in de
proceskosten worden veroordeeld. Dat lot treft haar ook in reconventie.
5. De beslissing
in conventie
De rechtbank:
5.1. Veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot betaling aan [TTL] van EUR 20.000,00 te vermeerderen met
de wettelijke handelsrente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de algehele voldoening.
5.2. Veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] tot betaling aan [TTL] van de buitengerechtelijke incassokosten à
EUR 902,00.
5.3. Veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de proceskosten welke kosten voorzover tot op heden aan de
zijde van [TTL] zijn gevallen worden bepaald op EUR 1.689,93.
5.4. Wijst af het meer of anders gevorderde.
In reconventie
5.5. Wijst de vordering af,
5.6. Veroordeelt [gedaagde in conventie, eiseres in reconventie] in de proceskosten in reconventie, welke kosten voor zover tot op
heden aan de zijde van [TTL] zijn gevallen worden bepaald op EUR 1158,0 aan salaris procureur.
In conventie en in reconventie
5.7. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, in reconventie voor wat betreft
de proceskosten.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.A. Ariëns en in het openbaar uitgesproken op
8 november 2006.
114075 / HA ZA 05-1332
1 november 2006