ECLI:NL:RBZLY:2006:BA8925

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
14 juni 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
108918 / HA ZA 05-641
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Th.A. Ariëns
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake vaststellingsovereenkomst en afstand van recht tussen Spark Energy N.V. en Isidorus Mengvoeders B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd behandeld, stond de vaststellingsovereenkomst tussen Spark Energy N.V. en Isidorus Mengvoeders B.V. centraal. Spark Energy had op 14 juli 2000 een overeenkomst gesloten met Isidorus voor de levering van energie. Deze overeenkomst werd op 31 augustus 2002 beëindigd, maar vanwege de overgang naar een nieuwe energieleverancier heeft Spark Energy de energielevering in september en oktober 2002 voortgezet. Isidorus weigerde echter een factuur van EUR 48.813,82 te betalen, met verwijzing naar een eerdere vaststellingsovereenkomst waarin Spark Energy zou hebben aangegeven dat na betaling van EUR 12.092,99 het jaar 2002 afgesloten zou zijn.

De rechtbank oordeelde dat de slotzin in de brief van Spark Energy niet kon worden geïnterpreteerd als een afstand van recht met betrekking tot de vordering voor de levering van energie in september en oktober 2002. De rechtbank stelde vast dat er geen ruimte was voor de interpretatie van Isidorus dat Spark Energy afstand had gedaan van haar recht op betaling voor deze leveringen. De rechtbank wees de vordering van Isidorus in reconventie af, omdat de voorwaarde waaronder deze was ingesteld niet was vervuld.

De rechtbank oordeelde dat Isidorus als de geheel in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure in conventie moest worden veroordeeld. De vordering van Spark Energy werd toegewezen, en Isidorus werd veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en kosten. De rechtbank vond geen aanleiding om Isidorus te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke kosten, gezien de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 108918 / HA ZA 05-641
Vonnis van 14 juni 2006
in de zaak van
de naamloze vennootschap
SPARK ENERGY N.V.,
gevestigd te Zwolle,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. A.J. ter Wee,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ISIDORUS MENGVOEDERS B.V.,
gevestigd te Weert,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. P.F. Schepel.
Partijen zullen hierna Spark Energy en Isidorus genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord tevens houdende een exceptie van onbevoegdheid en eis in reconventie
- de conclusie van antwoord in het incident tevens akte houdende overlegging productie
- de akte tot uitlating producties
- het vonnis in het incident
- de conclusie van repliek in conventie (tevens houdende wijziging van eis) tevens conclusie van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie tevens van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie
- de akte tot uitlating producties.
2. De feiten
2.1. Spark Energy houdt zich bezig met inkoop, verkoop en distributie van gas, elektra, olieproducten en andere energiebronnen. Op 14 juli 2000 heeft zij met Isidorus een overeenkomst gesloten voor onbepaalde tijd met betrekking tot de levering van energie. Daarin zijn Spark Energy’s algemene voorwaarden van toepassing verklaard.
2.2 Sedert 2000 heeft Spark Energy op grond van deze overeenkomst energie geleverd aan Isidorus. Deze leveringsovereenkomst is op 31 augustus 2002 beëindigd. Echter omdat Isidorus op de beëindigingdatum nog geen nieuwe energieleverancier had gevonden, heeft Spark Energy op grond van haar wettelijke plicht in de maanden september en oktober 2002 de energielevering voortgezet tot de “switchdatum” 1 november 2002 waarop Isidorus in zee is gegaan met een nieuwe leverancier.
2.3 Als gevolg van niet voor haar rekening komende omstandigheden heeft Spark Energy eerst op 23 december 2004 de energielevering over de bewuste twee maanden van 2001 aan Isidorus in rekening gebracht. Op 17 juli 2003 had Spark Energy die vordering wel reeds kenbaar gemaakt aan Isidorus. Het totale bedrag van de factuur bedraagt EUR 48.813,82. Isidorus weigert het bedrag te voldoen, met verwijzing naar een vaststellingsovereenkomst van [datum] blijkens welke Spark Energy na betaling door Isidorus van een restbedrag van EUR 12.092,99 (volgens Isidorus in een brief aan Spark Energy van 27 juni 2004 “het openstaande saldo”) Isidorus finale kwijting zou verlenen.
2.4 De vaststellingsovereenkomst, belichaamd in een brief van Spark Energy aan Isidorus van [datum], luidt als volgt:
Isidorus Mengvoeders
T.a..v. de heer [naam]
Postbus 40
1311 XC Weert
datum
[plaats], [datum]
ons kenmerk
[kenmerk]
onderwerp
Vrijwaring Spark Energy
Geachte heer [naam],
Naar aanleiding van discussies met betrekking tot de facturatie 2002 door Spark Energy NV.,
bevestig ik u hierbij dat Spark Energy de aan u doorbelaste facturen ten aanzien van
transport, aansluitkosten als mede de (mogelijke) facturen voor levering van elektriciteit
door de oude leverancier(s) voor de switchdatum heeft betaald aan of verrekend met de
respectievelijke netbeheerder(s) en oude leverancier(s).
Deze partijen zouden uit hoofde daarvan derhalve geen vordering op u moeten hebben. Het
staat u uiteraard vrij om dit te verifiëren bij deze netbeheerder(s) of oude leverancier(s).
Als we in acht nemen dat we uw betaling groot EUR 12.092,99 nu mogen ontvangen, is 2002
hiermee afgesloten.
Met vriendelijke groet,
SPARK ENERGY NV
[naam]
Directeur Finance en Operations
De brief was het resultaat van onderhandelingen tussen partijen ter beëindiging van een geschil dat tussen hen was gerezen over de door Isidorus aan Spark Energy verschuldigde betalingen voor de gedurende de contractsduur geleverde energie. Isidorus beroept zich op de slotzin, de mededeling van Spark Energy dat na betaling van EUR 12.092,99 het jaar 2002 daarmee afgesloten zou zijn zodat zij niet nog een factuur van EUR 48.813,82 behoefde te verwachten.
3. Stellingen van partijen
in conventie en reconventie
3.1. Samengevat en voor zover van belang stelt Spark Energy, na een uitvoerig exposé over de gevolgen voor de praktijk van de Electriciteitswet 1998, mede strekkende tot uitvoering van de Electriciteitsrichtlijn van de Europese unie van 16 december 1996, dat het nieuwe systeem voorziet in een afsplitsing van electriciteitsnetbeheer in afzonderlijke vennootschappen met een grote mate van zelfstandigheid, de netbeheerders. In dit geval was dat Eneco. Elke afnemer van electriciteit heeft twee contractuele relaties: een (stilzwijgende) aansluit- en transportovereenkomst met de eigen regionale netbeheerder, en een leveringsovereenkomst met een leverancier naar keuze. Voor Isidorus was dat Spark Energy. Om afnemers in staat te stellen één gecombineerde factuur te ontvangen voor zowel de transport- en aansluitkosten als de leveringskosten is een systeem van “notaverlegging”geïntroduceerd waarbij de leverancier door de afnemer wordt gemachtigd om de aansluit- en transportkosten voor de afnemer te verrekenen met de netbeheerder na ze bij de afnemer te hebben geïncasseerd. De afnemer heeft en behoudt evenwel zelf een contractuele relatie met de netbeheerder. De nota voor de aansluit- en transportkosten wordt door de netbeheerder (in casu Eneco) verlegd naar de leverancier (Spark Energy). Slechts voor de levering zelf van electriciteit bestaat er een directe contractuele relatie tussen Spark Energy en Isidorus.
Het daadwerkelijke verbruik van de afnemer, aldus Spark Energy, kan eerst na een jaar na levering worden vastgesteld. Zij is afhankelijk van de netbeheerder voor de gegevens. De netbeheerder is op zijn beurt afhankelijk van zijn eigen “meetverantwoordelijke”.
De transportkosten over de periode september en oktober 2002 heeft Spark Energy betaald aan Eneco en door middel van een voorschotfactuur op 17 juli 2003 doorbelast aan Isidorus. De toenmalige openstaande posten voor de leveringsperiode tot en met augustus 2002 beliepen voor de leveringen en het transport tesamen het meergenoemde bedrag van EUR 12.092,99. De omvang van de leveringen aan Isidorus over september en oktober 2002 was partijen nog niet bekend. Omdat Eneco in gebreke bleef met tijdige aanlevering van die gegevens is Spark Energy er onverplicht zelf achteraan gegaan hoewel Isidorus gelet op haar contractuele relatie met de netbeheerder dat zelf had kunnen doen.
3.2 Isidorus heeft de stellingen van Spark Energy gemotiveerd betwist. Voor zover van belang komen haar stellingen hierna in de motivering aan de orde.
4. Beoordeling van het geschil
in conventie
4.1 De vaststelling die is neergelegd in de hierboven aangehaalde brief van Spark Energy aan Isidorus van [datum] heeft betrekking op “…… facturen t.a.v. transport, aansluitkosten alsmede de (mogelijke) facturen voor levering van electriciteit door de oude leveranciers (…..)” (cursiveringen rechtbank).
De brief vervolgt ter verduidelijking:
Deze partijen zouden uit hoofde daarvan derhalve geen vorderingen op u moeten hebben.(cursivering rechtbank).
4.2 Uit de stellingen van beide partijen volgt dat hun geschillen geen betrekking hadden op kosten voor door Spark Energy (verplicht) geleverde energie in de overgangsperiode van 1 september 2002 tot en met 31 oktober 2002. De geciteerde tekst laat geen ruimte voor de zienswijze van Isidorus dat door Spark Energy tevens afstand is gedaan van haar recht om haar energierekeningen over die twee maanden betaald te krijgen zodra zij op grond van nog te verstrekken gegevens van de netbeheerder konden worden opgemaakt.
Isidorus verlaat zich voor haar uitleg van de overeenkomst dan ook niet op de gehele inhoud daarvan, maar op de slotzin: “als we in acht nemen dat we uw betaling groot EUR 12.092,99 nu mogen ontvangen, is 2002 hiermee afgesloten”.
4.3 Dat is weliswaar een weinig handige mededeling, maar een uitleg van die passage zoals die Isidorus die voorstaat is in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. De gewraakte slotzin kan immers, gelet op hetgeen er in de brief aan vooraf gaat, geen betrekking hebben op andere facturen dan die voor transport- en aansluitkosten en eventueel nog komende facturen voor energielevering door oude leveranciers. Spark Energy valt niet in die categorie.Over de nog in september en oktober 2002 door Spark Energy geleverde energie heeft blijkbaar geen enkel verschil van mening bestaan, al is lang onduidelijk gebleven - door omstandigheden die niet aan Spark Energy te wijten zijn maar eerder aan Eneco – hoeveel de eindnota zou bedragen. Dat er ook maar enige aanleiding bestond voor Isidorus om te veronderstellen dat Spark Energy met de woorden “is 2002 hiermee afgesloten” afstand wenste te doen van haar vordering uit hoofde van die twee maanden levering van electriciteit is niet gebleken. Indien Isidorus meende reden te hebben om de bewuste slotzin aldus te kunnen interpreteren, had zij bij Spark Energy dienen te informeren of het inderdaad de bedoeling was om haar een dergelijke verrijking voor een vooralsnog onbekend maar naar zij kon weten niet onbeduidend bedrag in de schoot te werpen zonder dat omstandigheden konden worden aangewezen die daarvoor een rechtvaardiging boden.
4.4 Isidorus verliest uit het oog dat een vaststellingsovereenkomst - zo duidt zij de onderhavige brief ook zelf - beoogt een nieuwe rechtstoestand in het leven te roepen waarbij de afstand van recht door Spark Energy waarvan zij stelt dat die er in besloten ligt, slechts betrekking kan hebben op het geschil over de onzekerheid die er aan vooraf is gegaan, voor zover dat geschil of die onzekerheid gestalte heeft gekregen in de tussen partijen gewisselde correspondentie. Uit die correspondentie blijkt echter niet van enig verschil van inzicht over het feit dat wat Spark Energy zelf geleverd heeft respectievelijk aan energielevering (niet:transport) van Eneco heeft doorbelast aan Isidorus, ook werkelijk betaald moet worden. Eneco had dat overigens ook zelf aan Isidorus in rekening kunnen brengen. Het betrof immers een schuld van Isidorus aan Eneco die in beginsel via de facturen van Spark Energy werd geincasseerd. Indien de brief van [datum] werkelijk een afstand van recht van Spark Energy met betrekking tot die schuld van Isidorus aan Eneco zou behelzen, zou Eneco daaraan niet gebonden zijn. Verwezen wordt naar de stellingen van Spark Energy over “notaverlegging”, als ontleend aan de website van [naam], in ondermeer paragraaf 10 van de conclusie van repliek. Verwezen mag ook worden naar de als productie 8 bij conclusie van repliek overgelegde brief van Isidorus aan Spark Energy van 13 november 2003 waarin zij een verklaring van de netbeheerder (Eneco) verlangt “dat ook zijn facturen over de contractperiode met uw bedrijf voldaan zijn”. Die contractperiode strekt zich blijkens het incidenteel vonnis van de rechtbank van 19 oktober 2005 mede uit over de maanden september en oktober 2003.
4.5 Spark Energy heeft onweersproken door Isidorus gesteld dat de energielevering over de maanden september en oktober 2002 niet door Isidorus is betwist en dat zij tegen die levering ook geen bezwaar heeft gemaakt. De vraag is bovendien hoe Isidorus die maanden zou zijn doorgekomen zonder over energie te beschikken.
4.6 De vordering in conventie moet, zo volgt uit het boven overwogene, worden
toegewezen. Isidorus zal als de geheel in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure in conventie worden veroordeeld. De rechtbank vindt geen aanleiding Isidorus op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden van Spark Energy te veroordelen tot betaling van een bedrag aan buitengerechtelijke kosten van EUR 4.881,30, zijnde 10% van de hoofdsom. Daarvoor is met name redengevend het verweer van Isidorus dat Spark direct is duidelijk gemaakt dat Isidorus zich op een schikking beriep en dus niet over de brug zou komen. Bovendien heeft Spark Energy niet aangetoond welke kosten door haar zijn gemaakt die geen betrekking hebben op de voorbereiding van de procedure en de instructie van de zaak. De rechtbank zal Isidorus tevens veroordelen tot betaling aan Spark Energy, behalve van de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, tot betaling van de rente die is vervallen vanaf 17 februari 2005 alsmede tot betaling van de door Spark Energy gemaakte kosten voor het leggen van conservatoir beslag.
Spark Energy zal als de in het onbevoegdheidsincident in het ongelijk gestelde partij in de kosten van die procedure worden veroordeeld.
in voorwaardelijke reconventie
4.7 Isidorus heeft een voorwaardelijke eis in reconventie ingesteld, namelijk voor het geval in conventie geoordeeld mocht worden dat tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst (op grond van dwaling) vernietigd is of wordt. Voor dat geval verlangt Isidorus dat Spark Energy haar het bedrag van EUR 12.092,99 zal terugbetalen.
Nu het oordeel in conventie niet met zich brengt dat de vaststellingovereenkomst vernietigd is of wordt, is niet voldaan aan de voorwaarde waaronder de eis in reconventie is ingesteld. Mitsdien zal die vordering worden afgewezen. Isidorus zal veroordeeld worden in de kosten van de procedure in reconventie.
5. De beslissing
in conventie
De rechtbank
5.1 verklaart voor recht dat de door Spark Energy afgegeven finale kwijting geen betrekking heeft op de vordering van Spark Energy op Isidorus ter zake de levering over september en oktober 2002 ter grootte van EUR 48.813,82;
5.2 veroordeelt Isidorus tot betaling aan Spark Energy van een bedrag van EUR 48.813,82, te vermeerderen met de vervallen wettelijke rente vanaf 17 februari 2005 tot de dag der algehele voldoening;
5.3 veroordeelt gedaagde in de kosten van het geding, welke met inbegrip van de kosten van conservatoir beslag voor zover tot op heden aan de zijde van Spark Energy gevallen worden bepaald op EUR 3.538,77.
5.4 veroordeelt Isodorus in de kosten van het incident, welke kosten worden
bepaald op EUR 771,--.
5.5 Wijst af het meer of anders gevorderde.
In reconventie
5.6 wijst de vordering af;
5.7 veroordeelt Isidorus in de kosten van het geding welke voor zover tot op heden aan de zijde van Spark Energy zijn gevallen worden bepaald op EUR 771,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. Th.A. Ariëns en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2006.
108918 / HA ZA 05-641
14 juni 2006