ECLI:NL:RBZLY:2006:BB0527
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Th. A. Ariëns
- Rechtspraak.nl
Ontbreken van ingebrekestelling leidt tot afwijzing van reconventionele vordering
In deze zaak, uitgesproken op 8 februari 2006 door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, stond de vraag centraal of de eiseres in conventie, TCN Techniek BV, recht had op haar vordering in reconventie. De rechtbank oordeelde dat TCN niet in gebreke was gesteld door de gedaagde in conventie, [A], wat leidde tot de conclusie dat er geen verzuim was ontstaan. De rechtbank stelde vast dat [A] niet had betwist dat TCN zich had gehouden aan de planning, en dat er geen ingebrekestelling had plaatsgevonden. Dit was cruciaal, aangezien volgens het Burgerlijk Wetboek (BW) artikel 6:83 verzuim pas intreedt na een ingebrekestelling. De rechtbank concludeerde dat TCN niet ontvankelijk was in haar vordering in reconventie, omdat de ingebrekestelling ontbrak.
Daarnaast werd de vordering in conventie van [A] niet betwist, behalve een optelfout die door TCN was gemaakt. De rechtbank oordeelde dat het door [A] erkende bedrag van EUR 184.238,96 inclusief btw als uitgangspunt genomen zou worden. TCN had ook incassokosten gevorderd, maar de rechtbank wees deze af, omdat TCN niet had aangetoond dat er daadwerkelijk buitengerechtelijke kosten waren gemaakt. De rechtbank benadrukte dat de kosten voor invordering voor rekening van de opdrachtgever zijn, tenzij anders overeengekomen.
Het vonnis concludeerde dat [A] veroordeeld werd tot betaling van EUR 204.402,06 aan TCN, vermeerderd met rente, en dat [A] ook in de proceskosten werd veroordeeld. De vordering in reconventie werd afgewezen, en [A] werd ook hiervoor in de kosten veroordeeld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.