ECLI:NL:RBZLY:2007:BA1611
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H. Canté
- Rechtspraak.nl
Uitleg beëindigingsovereenkomst en verplichtingen werkgever inzake ziektekostenpremie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 8 maart 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en Rentré Wonen over de nakoming van een beëindigingsovereenkomst. Eiser vorderde nakoming van een overeenkomst die was gesloten op of omstreeks 8 april 2003, waarin was afgesproken dat Rentré Wonen levenslang de ziektekostenpremie voor eiser en zijn partner zou vergoeden. Rentré Wonen betwistte de vordering en stelde dat door de invoering van de Zorgverzekeringswet per 1 januari 2006 de verplichting tot betaling van de ziektekostenpremie was komen te vervallen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de beëindigingsovereenkomst duidelijk was en dat de afspraak over de ziektekostenpremie niet afhankelijk was van de wettelijke regeling. De rechter oordeelde dat de wijziging in de wet geen invloed had op de verplichtingen die voortvloeiden uit de beëindigingsovereenkomst. Eiser had recht op de vergoeding van 52% van de ziektekostenpremie, zoals eerder was afgesproken, en dit recht bleef bestaan ondanks de wetswijziging.
De kantonrechter heeft Rentré Wonen veroordeeld om binnen één maand na de uitspraak een bedrag van € 2.494,08 aan eiser te betalen, en heeft verklaard dat Rentré Wonen ook na 1 januari 2006 gehouden is om de overeengekomen vergoeding voor de ziektekostenverzekering te blijven betalen. Daarnaast is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en zijn de overige vorderingen van eiser afgewezen. Rentré Wonen is ook veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiser zijn begroot op een totaal van € 580,87.