ECLI:NL:RBZLY:2007:BA1780
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H. Canté
- Rechtspraak.nl
Huurrecht en aansprakelijkheid bij brandschade door illegale hennepkwekerij
In deze zaak vordert de eiser schadevergoeding van de gedaagde wegens wanprestatie in het kader van een huurovereenkomst. De eiser, eigenaar van een woning, stelt dat de gedaagde, die de woning huurde, verantwoordelijk is voor de schade die is ontstaan door een brand die is veroorzaakt door een illegale hennepkwekerij in de woning. De brand vond plaats op 21 februari 2005, waarna de politie ontdekte dat er een hennepplantage in de woning was. De gedaagde is in een strafzaak veroordeeld voor zijn betrokkenheid bij deze hennepplantage. De eiser heeft de schade berekend op € 40.776,90, inclusief herstelkosten, gederfde huur en buitengerechtelijke incassokosten.
De gedaagde betwist de vordering en stelt dat er geen huurovereenkomst was tussen hem en de eiser, maar tussen hem en de zoon van de eiser. Hij voert aan dat de sector kanton onbevoegd is om de vordering te behandelen vanwege de hoogte van het gevorderde bedrag. De gedaagde ontkent ook enige betrokkenheid bij de hennepplantage en stelt dat de eiser geen bewijs heeft geleverd voor de schade die hij stelt te hebben geleden.
De kantonrechter heeft de zaak op 8 maart 2007 behandeld en besloten om de zaak ambtshalve te verwijzen naar de civiele sector van de rechtbank, omdat de kantonrechter van mening is dat de sector kanton niet bevoegd is om de vordering te behandelen. De rechter heeft partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over deze verwijzing. De zaak is dus nog niet definitief beslist, en de verdere procedure zal plaatsvinden in de civiele sector.