ECLI:NL:RBZLY:2007:BA8541
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van het dagloon voor zwangerschapsuitkering op basis van inkomsten in augustus 2006
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 20 juni 2007 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.L. van Veenen, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). De kern van het geschil betreft de hoogte van het dagloon dat aan eiseres is vastgesteld op € 2,91, gebaseerd op haar inkomsten in augustus 2006. Eiseres, werkzaam op basis van een 0-uren contract bij de Stichting Woonzorgcentrum IJsselheem, had een zwangerschapsuitkering aangevraagd, maar was van mening dat de vaststelling van het dagloon niet correct was, gezien haar gebruikelijke inkomsten in het refertejaar.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de inkomsten van eiseres in augustus 2006 aanzienlijk lager waren dan haar gemiddelde inkomsten. De rechtbank oordeelde dat de toepassing van artikel 11 van het Besluit dagloonregels, dat de hoogte van het dagloon op basis van de inkomsten in augustus 2006 vaststelt, in dit geval leidt tot een onwenselijk resultaat dat niet recht doet aan het sociale risico van gederfde inkomsten. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de hoofdregel van artikel 15 van de Ziektewet (ZW) toegepast dient te worden, in plaats van de afwijkende regeling van artikel 11.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat het UWV een nieuw besluit op bezwaar moet nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens is het UWV veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van € 38,-- en de proceskosten van eiseres, begroot op € 644,--. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van griffier mr. I. Sulenta, en er staat hoger beroep open tegen deze uitspraak.