ECLI:NL:RBZLY:2007:BA8899
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Th.A. Ariëns
- Rechtspraak.nl
Toegestaan bewijs van toezeggingen door bestuurders van stichting aan Mobi-Care BV
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 25 april 2007 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Mobi-Care BV en drie gedaagden, die bestuursleden waren van een stichting. Mobi-Care BV, vertegenwoordigd door procureur mr. H.R. Quint en advocaat mr. F.J. Majoor, vorderde schadevergoeding op basis van toezeggingen die door de gedaagden zouden zijn gedaan met betrekking tot de betaling van declaraties. De rechtbank heeft vastgesteld dat Mobi-Care toegelaten wordt tot het bewijs van haar stelling dat de bestuurders van de stichting toezeggingen hebben gedaan dat zij zich geen zorgen hoefden te maken over de betaling van hun declaraties, zelfs niet als de stichting in financiële problemen zou komen.
De procedure is gestart met een dagvaarding, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De feiten van de zaak tonen aan dat de stichting, opgericht als samenwerkingsverband tussen zorgverzekeraar Achmea en gezondheidsinstellingen, in financiële problemen is geraakt en uiteindelijk failliet is verklaard. Mobi-Care en een derde partij hebben hun vorderingen ingediend bij de curator, maar kregen te horen dat er geen uitkering aan concurrente schuldeisers te verwachten viel.
De rechtbank heeft in haar beoordeling de vraag centraal gesteld of de gedaagden toezeggingen hebben gedaan die Mobi-Care en de derde partij hebben doen besluiten hun werkzaamheden voort te zetten, ondanks de financiële malaise van de stichting. De rechtbank heeft geoordeeld dat Mobi-Care bewijs mag leveren van haar stellingen en heeft een getuigenverhoor bepaald. De zaak zal op 2 mei 2007 opnieuw op de rol komen voor het opgeven van verhinderdata van partijen en hun advocaten, waarna de getuigenverhoren zullen worden gepland. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. Th.A. Ariëns.