ECLI:NL:RBZLY:2007:BA8971

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
23 mei 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
130565 / HA ZA 07-365
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident betreffende vrijwaring en voeging in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, hebben opposanten [opposant sub 1] en [opposant sub 2] een verzet ingesteld tegen een eerdere beslissing. De opposanten vorderen in het incident dat de besloten vennootschap HypoScout Advies B.V. en een medewerker in vrijwaring worden opgeroepen. De rechtbank heeft op 23 mei 2007 geoordeeld dat de vordering tot vrijwaring moet worden toegewezen, omdat de aangevoerde gronden niet zijn weersproken. De opposanten stellen dat HypoScout en de medewerker tekort zijn geschoten in hun verplichtingen bij de totstandkoming van een koop/aannemingsovereenkomst, met betrekking tot de benodigde financiering. Dit tekortschieten heeft geleid tot schade voor de opposanten, die ook bekend zijn met andere gedupeerden door dezelfde partijen.

Daarnaast hebben de opposanten verzocht om voeging van deze procedure met een andere aanhangige procedure. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat voeging niet doelmatig is, omdat de zaken niet gelijk zijn en er aanzienlijke verschillen in feitelijkheden bestaan. De rechtbank heeft de beslissing over de kosten van het incident aangehouden tot de uitspraak in de hoofdzaak. Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering tot voeging afgewezen en de beslissing over de kosten aangehouden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M.H.S. Lebens-de Mug.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 130565 / HA ZA 07-365
Vonnis in incident van 23 mei 2007
in de zaak van
1. [opposant sub 1],
wonende te [plaats],
2. [opposant sub 2],
wonende te [plaats],
opposanten in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
procureur mr. R.R.B. Dayala,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RABO VASTGOED B.V.,
gevestigd te [plaats],
geopposeerde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
procureur mr. B.M.S. Wielenga.
Partijen zullen hierna [opposanten] c.s. en Rabo Vastgoed genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de verzetdagvaarding tevens houdende de incidentele vordering tot oproeping in vrijwaring en tot voeging
- de incidentele conclusie van antwoord
1.2. Het verzet is tijdig en op de juiste wijze ingesteld, zodat [opposanten] c.s. in zoverre in zijn verzet kan worden ontvangen.
1.3. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De beoordeling in het incident
De vrijwaring
2.1. [opposanten] c.s. vordert dat hem wordt toegestaan de besloten vennootschap HypoScout Advies B.V., gevestigd te [plaats], kantoorhoudende te [plaats], en de heer [medewerker], wonende te [plaats], in vrijwaring op te roepen. Rabo Vastgoed refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
2.2. De rechtbank is van oordeel dat de incidentele vordering op dit punt moet worden toegewezen, nu de aangevoerde en niet weersproken gronden die vordering kunnen dragen.
De voeging
2.3. [opposanten] c.s. vordert dat deze procedure gevoegd behandeld zal worden met de bij deze rechtbank aanhangig zijnde procedure met zaak-/rolnummer 129028 / HA ZA 07-152. Rabo Vastgoed voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.4. Door [opposanten] c.s. is hiertoe het volgende aangevoerd. Hyposcout, in hoedanigheid van haar medewerker [medewerker], heeft [opposanten] c.s. begeleid bij de totstandkoming van een koop/aannemingsovereenkomst, in het bijzonder met betrekking tot het verkrijgen van de benodigde financiering. Hyposcout, althans de heer [medewerker], is volgens [opposanten] c.s. ernstig tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen dienaangaande. Het is [opposanten] c.s. bekend dat Hyposcout, althans de heer [medewerker], meerdere personen op gelijke wijze heeft gedupeerd. Zo ook in de hierboven onder 2.3. genoemde procedure. Ook in die zaak is door de gedaagden een incidentele vordering ingesteld om Hyposcout en [medewerker] in vrijwaring op te mogen roepen omdat zij tekort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen jegens de gedaagden.
2.5. In geval voor dezelfde rechter tussen dezelfde partijen en over hetzelfde onderwerp tegelijk zaken aanhangig zijn, of voor dezelfde rechter verknochte zaken aanhangig zijn, kan voeging worden gevorderd (art. 222 Rv). Betreft de voeging verknochte zaken tussen verschillende partijen die bijgestaan worden door verschillende raadslieden, dan kan verschil optreden in vaststaande feiten en/of in geschilpunten, wat de doelmatigheid van voeging in de weg kan staan. In dit geval wordt voeging gevorderd van de beide hoofdprocedures en niet van de vrijwaringsprocedures. Mocht er al sprake zijn van verknochtheid van beide hoofdzaken, dan nog moet in dit geval geoordeeld worden dat voeging van de hoofdzaken niet doelmatig is. Immers, het enige dat deze twee procedures met elkaar gemeen hebben is de partij waarover bij incidentele vordering gevorderd wordt die in vrijwaring op te mogen roepen. Deze partij staat echter buiten de overeenkomst tussen de partijen die betrokken zijn in de beide hoofdprocedures. Zijn rol zal worden beoordeeld in de verschillende vrijwaringsprocedures, maar komt niet aan de orde in de hoofdprocedures. Voor het overige zijn de zaken niet gelijk. Er zijn andere partijen bij betrokken en, hoewel er globaal gezien misschien een zekere gelijkenis is, er bestaat een aanzienlijk verschil in de feitelijkheden tussen de twee hoofdzaken. De vordering zal op dit punt dan ook worden afgewezen.
2.6. De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
3. De beslissing
De rechtbank
in het incident
3.1. staat toe dat de besloten vennootschap HypoScout Advies B.V., gevestigd te [plaats], kantoorhoudende te [plaats], en de heer [medewerker], wonende te [plaats], door [opposanten] c.s. worden gedagvaard tegen de terechtzitting van 20 juni 2007,
3.2. wijst het gevorderde ten aanzien van de voeging af,
3.3. houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan,
in de hoofdzaak
3.4. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 20 juni 2007 voor beraad rolrechter omtrent het bepalen van een comparitie.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens-de Mug en in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2007.