ECLI:NL:RBZLY:2007:BA9075
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Goedkeuring afwijkend huurbeding in huurcontract tussen CoopCodis Vastgoed B.V. en verzoeker 2
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 20 juni 2007 uitspraak gedaan in een verzoek tot goedkeuring van afwijkende bedingen in een huurovereenkomst tussen CoopCodis Vastgoed B.V. en een verzoeker, aangeduid als verzoeker 2. Het verzoek is ingediend op basis van bijzondere omstandigheden die in het verzoekschrift zijn vermeld. De kantonrechter heeft de verzoekers niet-ontvankelijk verklaard in hun verzoek tot goedkeuring van een specifiek beding in de huurovereenkomst, maar heeft goedkeuring verleend voor een ander beding. De zaak betreft een huurcontract waarin de verzoekers goedkeuring vroegen voor meerdere afwijkingen van de wettelijke huurbescherming.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat een beding in de huurovereenkomst, dat de huurovereenkomst automatisch beëindigt bij beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst, strijdig is met de wettelijke bepalingen die de huurder beschermen. De rechter heeft geoordeeld dat de verzoekers niet in hun verzoek kunnen worden ontvangen, omdat de goedkeuringsbevoegdheid van de rechter beperkt is tot bedingen die afwijken van de bepalingen in afdeling 7.4.6 van het Burgerlijk Wetboek, waartoe artikel 7:231 BW niet behoort.
De rechter heeft verder overwogen dat de verzoeker 2 niet in een zodanige maatschappelijke positie verkeert dat hij de bescherming van de wettelijke bepalingen niet nodig heeft. De verzoekers hebben geen bewijs geleverd dat verzoeker 2 bij het aangaan van de overeenkomsten professioneel is geadviseerd, wat zijn positie verzwakt. De kantonrechter heeft uiteindelijk geconcludeerd dat de verzoekers niet in hun verzoek tot goedkeuring van de afwijkende bedingen kunnen worden ontvangen, met uitzondering van een specifiek beding dat wel goedgekeurd werd.