ECLI:NL:RBZLY:2007:BB0180
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Th.A. Ariëns
- Rechtspraak.nl
Matiging van boete wegens buitensporigheid ten opzichte van geleden schade
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd behandeld, hebben eisers, bestaande uit [eiser sub 1] en de besloten vennootschap Selesta Projecten BV, een vordering ingesteld tegen gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], met betrekking tot een koopovereenkomst van een pand. De koopovereenkomst, gesloten op 15 september 2005, bevatte een bepaling dat de verkoper niet bekend was met de aanwezigheid van asbest in het pand. Op 1 december 2005 zou de levering van het pand plaatsvinden, maar gedaagden gaven aan dat er asbest aanwezig was, wat leidde tot een geschil over de levering en de contractuele boete van EUR 43.512,-- die eisers vorderden wegens het niet tijdig leveren van het pand zonder asbest.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de boete in verhouding tot de daadwerkelijk geleden schade buitensporig was. De eisers hadden geen voldoende onderbouwing voor hun schadeclaim, en de asbest was inmiddels op kosten van gedaagden verwijderd. De rechtbank oordeelde dat de boete gematigd moest worden tot EUR 1.000,--, omdat er geen bewijs was dat de vertraging in de levering van het pand invloed had gehad op het vergunningtraject. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat eisers als grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moesten worden veroordeeld.
De beslissing van de rechtbank was dat gedaagden EUR 1.000,-- moesten betalen aan eisers, vermeerderd met wettelijke rente, en dat de proceskosten tussen partijen gecompenseerd werden, zodat iedere partij de eigen kosten droeg. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. Th.A. Ariëns op 14 maart 2007.