ECLI:NL:RBZLY:2007:BB7200
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Verwijdering van een leerling met het syndroom van Asperger van een reguliere basisschool
In deze zaak gaat het om de verwijdering van een leerling, [minderjarige], die lijdt aan het syndroom van Asperger, van de reguliere basisschool [de school]. De ouders, [eiser sub 1] en [eiseres sub 2], hebben een kort geding aangespannen tegen de vereniging voor christelijk onderwijs, [gedaagde], met het verzoek om hun kind weer toe te laten tot de school. De voorzieningenrechter heeft op 6 november 2007 uitspraak gedaan in deze zaak. De ouders hebben aangevoerd dat de school ten onrechte heeft besloten tot de verwijdering van hun kind en dat er onvoldoende inspanningen zijn geleverd om een andere school te vinden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] haar beslissing tot verwijdering heeft gegrond op artikel 40 lid 5 van de Wet op het Primair Onderwijs, dat bepaalt dat een leerling niet definitief mag worden verwijderd zonder dat er een andere school bereid is om de leerling toe te laten. De rechtbank heeft geoordeeld dat [gedaagde] voldoende inspanningen heeft geleverd om een andere school te vinden en dat de ouders zelf hebben bijgedragen aan de situatie door de aanmelding bij een andere school te annuleren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verwijdering van [minderjarige] gerechtvaardigd was, gezien zijn problematische gedrag dat de rust en orde in de klas ernstig verstoorde.
De vordering van de ouders om hun kind weer toe te laten tot de school is afgewezen. De rechtbank heeft ook de subsidiaire vordering afgewezen, omdat er geen deugdelijke grondslag was voor de verplichting van andere scholen om [minderjarige] toe te laten. De ouders zijn als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].