ECLI:NL:RBZLY:2007:BC7041
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Provisionele vordering tot het opmaken van een boedelbeschrijving in een hoofdprocedure strekkende tot boedelscheiding
In deze zaak heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 5 december 2007 uitspraak gedaan in een incident betreffende een provisionele vordering tot het opmaken van een boedelbeschrijving in het kader van een hoofdprocedure tot boedelscheiding. De eiseres, vertegenwoordigd door procureur mr. M.G. Hees, heeft verzocht om een boedelbeschrijving van het vermogen van beide partijen, met specifieke peildata voor de waardering van de goederen. De gedaagde, vertegenwoordigd door procureur mr. J.H. van den Berg, heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen deze vordering.
De rechtbank heeft vastgesteld dat op grond van artikel 672, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een bevel tot boedelbeschrijving kan worden verzocht. De rechtbank oordeelt dat de door eiseres gevorderde boedelbeschrijving deel uitmaakt van de door haar gevorderde boedelscheiding en dat er voldoende belang is bij de vordering, ook al is er geen spoedeisend belang vereist voor een provisionele vordering. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld om zijn medewerking te verlenen aan de totstandkoming van de boedelbeschrijving door notaris mr. J.D. de Jongh te Dronten, met inachtneming van de vastgestelde peildata.
De rechtbank heeft de zaak vervolgens aangehouden voor verdere behandeling in de hoofdzaak en de beslissing omtrent de kosten van het incident aangehouden tot de hoofdzaak is beslist. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad, waarbij het meer of anders gevorderde is afgewezen.