ECLI:NL:RBZLY:2007:BC8908
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Th.A. Ariëns
- Rechtspraak.nl
Tussenvonnis inzake deskundigenrapport en kritiek van partijen
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad diende, zijn partijen [A] en [B] betrokken bij een civiele procedure. De rechtbank heeft op 7 november 2007 een tussenvonnis gewezen waarin de deskundige, drs. W. Koopman, in de gelegenheid wordt gesteld te reageren op de kritiek van [B] op zijn eerder opgestelde deskundigenrapport van 5 april 2007. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kritiek van [B] op het deskundigenrapport substantieel is en niet zonder meer kan worden genegeerd. Dit heeft geleid tot de beslissing om de deskundige een aanvullend rapport te laten opstellen waarin hij zijn standpunten kan verduidelijken en kan ingaan op de opmerkingen van beide partijen.
De procedure is voortgekomen uit een geschil over de goodwill van [A] na zijn uittreden uit de vennootschap onder firma. De rechtbank heeft eerder in een tussenvonnis van 14 december 2005 al geoordeeld over de vraag of [A] recht heeft op goodwill. [B] heeft in deze procedure opnieuw geprobeerd deze vraag aan de orde te stellen, maar de rechtbank heeft dit standpunt verworpen. De rechtbank heeft benadrukt dat de deskundige niet alleen de kritiek van [B] moet adresseren, maar ook moet reageren op de opmerkingen van [A] over de gehanteerde arbeidsbeloning in zijn rapport.
De rechtbank heeft de deskundige opgedragen om uiterlijk op 5 december 2007 een schriftelijk rapport in te dienen en heeft de zaak vervolgens verwezen naar de rol van 16 januari 2008 voor verdere conclusies na het aanvullende deskundigenbericht. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. Th.A. Ariëns.