2.4
Het betoog van [gedaagde], er op neerkomende dat hij in verhouding tot het te beschermen belang van Mult-Deur door het concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld, wordt voorshands evenmin gedeeld.
Dat Multi-Deur een evident belang heeft bij handhaving van het concurrentiebelang is voorshands voldoende komen vaststaan. [gedaagde] heeft immers, naar Multi-Deur onweersproken heeft betoogd, gedurende de twee jaren dat hij bij haar werkzaam is geweest als Verkoper Buitendienst grondige kennis opgedaan van specifieke bedrijfsgegevens aangaande haar onderneming, zoals van haar onderhoudsafdeling, van haar klantenbestand, van de tussen Multi-Deur en haar leveranciers en afnemers gemaakte afspraken alsmede van het door Multi-Deur gevoerde beleid ten aanzien prijzen en kortingen. Dit in aanmerking nemende, wordt het voorshands aannemelijk bevonden dat [TS] door de indiensttreding van [gedaagde] met die specifiek opgedane kennis haar voordeel zal kunnen doen ten koste van de concurrentiepositie van Multi-Deur. Dat Multi-Deur hem aan het concurrentiebeding wenst te houden, is voorshands dan ook alleszins begrijpelijk.
Tegen het evidente belang van Multi-Deur bij nakoming van het concurrentiebeding wegen de belangen van [gedaagde], afzonderlijk noch in onderling verband en samenhang bezien, naar voorlopig oordeel van de kantonrechter niet op.
Dat de vakkennis van [gedaagde] in één jaar tijd zo sterk zal verouderen dat het moeilijk voor hem zal zijn om opnieuw aan de slag te komen in de branche waar hij thans werkzaam is, komt de kantonrechter, in ieder geval bij gebreke van een nadere onderbouwing van de betreffende stelling, voorshands overdreven voor, te meer nu het beding feitelijk thans nog maar een half jaar werking heeft. Dit geldt evenzeer voor de stelling van [gedaagde] dat hij bij handhaving van het concurrentiebeding verstoken zal zijn van inkomsten. Naar [gedaagde] zelf bij gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft betoogd heeft hij immers een MTS vooropleiding genoten en is hij jarenlang werkzaam geweest als zelfstandige –hij heeft expansievaten voor de tuinbouw verkocht-, terwijl hij evenmin heeft betwist de stelling van Multi-Deur dat vanwege de huidige hoog conjunctuur er momenteel een enorme vraag is naar verkopers in allerlei branches buiten die waarin Multi-Deur en [TS] opereren. De kans dat [gedaagde] bij een niet met Multi-Deur concurrerende onderneming passend werk zal kunnen krijgen, wordt voorshands, mede ook gezien zijn leeftijd –hij is [X] jaren oud-, dan ook gereed aanwezig geacht. Om deze reden vindt de kantonrechter het tevens door [gedaagde] aangevoerde bezwaar dat de geografische reikwijdte van het concurrentiebeding te ruim is, omdat dit hem belemmert in het zoeken naar ander werk, weinig overtuigend.
Ten aanzien van het door [gedaagde] tenslotte nog aangevoerde belang dat hij bij [TS] een aanzienlijke positieverbetering kan realiseren, is de kantonrechter voorshands van oordeel dat dit, afgewogen tegen het evidente belang van Multi-Deur om hem aan het concurrentiebeding te houden, van ondergeschikte betekenis is, mede omdat er voorshands van wordt uitgegaan dat [gedaagde], gezien zijn vooropleiding en arbeidsverleden, niet gebonden is aan de branche waarin hij thans werkzaam is en dat hij voorshands in staat geacht moet worden ook daarbuiten een carrière op te kunnen bouwen.
Kortom, voorshands luidt het oordeel van de kantonrechter dat niet gezegd kan worden dat in verhouding tot het te beschermen belang van Multi-Deur, [gedaagde] door handhaving van het concurrentiebeding onbillijk benadeeld wordt. Ook de duur van het concurrentiebeding, in verhouding tot de lengte van het dienstverband van [gedaagde] bij Multi-Deur, geeft voorshands geen aanleiding tot een ander oordeel.