ECLI:NL:RBZLY:2008:BC3559
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A.M. Heeregrave
- G.M.J. Vijftigschild
- I.F. Clement
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in strafzaak met meerdere tenlasteleggingen en bewijsproblemen
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die op 31 januari 2008 werd berecht door de Rechtbank Zwolle-Lelystad, heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat hij de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd. De officier van justitie, mr. I. Verkerk, had gevorderd om de verdachte te veroordelen tot twaalf maanden gevangenisstraf en de schadevergoedingsmaatregelen toe te wijzen aan de benadeelde partijen. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de informatie die door de opsporingsambtenaren is verzameld, waaronder telefoontaps, observaties en camerabeelden, onvoldoende bewijs biedt om de verdachte te veroordelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen overtuigend bewijs is dat de verdachte op de tijdstippen van de misdrijven aanwezig was of betrokken was bij de gepleegde feiten. De beelden van de observatiecamera's en de verklaringen van de opsporingsambtenaren waren niet voldoende om een verband te leggen tussen de verdachte en de ten laste gelegde diefstallen. Hierdoor heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.
Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de benadeelde partijen, die vorderingen hadden ingediend, niet ontvankelijk zijn in hun claims, nu de verdachte is vrijgesproken van alle beschuldigingen. De rechtbank heeft ook de vordering tot verbeurdverklaring van inbeslaggenomen voorwerpen afgewezen, omdat deze niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring nu de verdachte is vrijgesproken.