ECLI:NL:RBZLY:2008:BC5662
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.J. Buijsman
- G.J.J.M. Essink
- H.M. Schaak
- Rechtspraak.nl
Oordeel over de redelijke termijn en strafmaat in een strafzaak met betrekking tot het kopen van goederen zonder volledige betaling
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 5 februari 2008, stond de verdachte terecht voor het medeplegen van het kopen van goederen met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de tenlastelegging, die is gebaseerd op artikel 326a juncto de artikelen 47 en 51 van het Wetboek van Strafrecht. De zitting vond plaats op 22 januari 2008, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. B. Korvemaker.
De officier van justitie, mr. P. de Jong, eiste een werkstraf van 180 uur, waarvan 80 uur voorwaardelijk. De verdediging voerde aan dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moest worden verklaard vanwege de lange tijdsduur tussen het feit en de behandeling van de zaak, en dat er fouten waren gemaakt in de betekening van de dagvaarding. De rechtbank verwierp dit verweer, oordelend dat de redelijke termijn was overschreden, maar dat dit niet leidde tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel degelijk betrokken was bij de strafbare feiten, onderbouwd door getuigenverklaringen en andere bewijsstukken. De rechtbank legde een lagere straf op dan geëist, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn en het blanco strafblad van de verdachte. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren werd verricht.