ECLI:NL:RBZLY:2008:BC6618
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.A.M. Heeregrave
- G.M.J. Vijftigschild
- I.F. Clement
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in drugssmokkelzaak na onvoldoende bewijs van medeplegen
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die ten laste was gelegd van drugssmokkel, heeft de Rechtbank Zwolle-Lelystad op 6 maart 2008 uitspraak gedaan. De verdachte was benaderd door een medeverdachte om hem te vergezellen op een autorit naar Zweden, waarbij drugs in de auto verborgen waren. Op de dag van vertrek, 10 maart 2006, heeft de verdachte vernomen dat er drugs in de auto zaten, maar hij besloot niet meer mee te gaan. Ondanks herhaalde verzoeken van de medeverdachte om mee te gaan, voelde de verdachte zich onder druk gezet en besloot uiteindelijk om de autorit te maken met de intentie de medeverdachte te overtuigen om te stoppen met het vervoer van de drugs.
Tijdens de autorit vond er een ongeluk plaats in Duitsland, waarna de verdachte besloot uit te stappen en per trein naar Nederland terug te keren. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte geloofd en geconcludeerd dat zijn deelname aan de autorit niet was ingegeven door de intentie om drugs te vervoeren, maar eerder door de wens om de medeverdachte te weerhouden van het vervoer van de drugs. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van de vereiste nauwe en bewuste samenwerking die nodig is voor medeplegen van het delict.
Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank geoordeeld dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden, en heeft de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. De officier van justitie had een taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte niet schuldig was aan het ten laste gelegde feit.