ECLI:NL:RBZLY:2008:BC7325

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
22 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
139791 - KG ZA 07-550
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke geschil over gemeenschappelijk werk tussen Friso Present B.V. en Schuitema Groothandel B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Zwolle-Lelystad werd behandeld, ging het om een kort geding tussen Friso Present B.V., handelend onder de naam Relatiegeschenken Noord-Nederland (RNN), en Schuitema Groothandel B.V. (H.O.D.N. Schuitema Oost) over auteursrechten op een verpakking die gebruikt werd voor een mokkenactie. RNN vorderde dat Schuitema Groothandel zou worden bevolen om inbreuken op de auteursrechten te staken en verantwoording af te leggen over de winst die met de inbreukmakende producten was behaald. De voorzieningenrechter oordeelde dat de mokkenactie in Noord-Nederland en de bijbehorende verpakking een gemeenschappelijk werk was, waarbij zowel RNN als Schuitema Groothandel auteursrechthebbenden waren. Dit leidde tot de conclusie dat de vorderingen van RNN moesten worden afgewezen, omdat er geen rechtsgrond was voor het eisen van een verbod op het gebruik van de verpakking door Schuitema Groothandel. De rechter oordeelde dat de bijdrage van Schuitema Groothandel aan het ontwerp van de verpakking zodanig was dat zij mede-auteursrechthebbende was geworden. RNN werd veroordeeld in de proceskosten van Schuitema Groothandel, die op dat moment waren begroot op EUR 10.568,34. Het vonnis werd uitgesproken op 22 februari 2008.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 139791 / KG ZA 07-550
Vonnis in kort geding van 22 februari 2008
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FRISO PRESENT B.V. handelend onder de naam RELATIEGESCHENKEN NOORD-NEDERLAND,
gevestigd te Zuidbroek,
eiseres,
procureur mr. M.F.H.M. van Haastert,
advocaat mr. H.J.K. Wulp te Groningen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SCHUITEMA GROOTHANDEL B.V. H.O.D.N. SCHUITEMA OOST,
gevestigd te Raalte,
gedaagde,
procureur mr. R.K.E. Buysrogge,
advocaat mr. M.E. Meijnhardt te Amersfoort.
Partijen zullen hierna RNN en Schuitema Groothandel genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van RNN
- de pleitnota van Schuitema Groothandel.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. RNN voert een groothandel in relatiegeschenken. In opdracht van een nevenvestiging van Schuitema Groothandel, Schuitema Noord heeft RNN werkzaamheden verricht ten behoeve van de uitvoering van een spaaractie, verder: de mokkenactie. Deze mokkenactie vond plaats in week 35 tot en met 39 van 2007 en bestond eruit dat consumenten bij aankopen in C1000 supermarkten in Noord-Nederland waardepunten ontvingen die konden worden geruild tegen een C1000-mok.
2.2. Tussen de nevenvestiging van Schuitema Groothandel, Schuitema Oost en RNN hebben gesprekken plaatsgevonden over een vergelijkbare mokkenactie als in Noord-Nederland. Begin juni 2007 heeft Schuitema Oost meegedeeld dat zij de opdracht voor de mokkenactie niet aan RNN maar aan een derde heeft verstrekt.
2.3. De mokken in het kader van de mokkenactie zijn verpakt in kartonnen doosjes.
Op een van de zijden van het doosje voor de mokkenactie in Oost-Nederland (verder: het Oost-Nederlandse doosje) is de navolgende tekst vermeld:
“Schuitema en C1000
In 1888 startte Jacob Fokke Schuitema een kleine winkel in levensmiddelen te Groningen. De neven Detmer en Dirk Eildert erfden deze winkel/groothandel van hun oom.
Dit resulteerde in 1916 tot de oprichting van de firma Gebroeders D. Schuitema.
De Centra winkels werden vroeger bevoorraad door Schuitema.
De naam C1000 stamt dan ook af van deze supermarkten. De C staat voor Centra en de 1000 voor de 1000 laag geprijsde artikelen. Inmiddels zijn er in Nederland zo’n 450 C1000 winkels.
Hiermee is C1000 de grootste supermarktorganisatie die bestaat uit zelfstandige ondernemers.”
Op een van de zijden van het doosje van de mokkenactie in Noord-Nederland (verder: het Noord-Nederlandse doosje) is de navolgende tekst vermeld:
“SchuitemaC1000 oet Grunn
In 1888 startte Jacob Fokke Schuitema een kleine winkel in levensmiddelen aan het Damsterdiep te Groningen. De neven Detmer en Dirk Eildert erfden de winkel/groothandel van hun oom.
In 1916 resulteerde dit tot de oprichting van de Gebroeders D. Schuitema door Detmer en Dirk Eildert Schuitema.
Vroeger werden voornamelijk de Centra winkels vanuit Groningen beleverd.
De naam C1000 stamt af van de Centra supermarkten van toen.
De C staat voor Centra en de 1000 voor 1000 laag geprijsde artikelen.
Schuitema/C1000 is nog de enige Groningse supermarktketen.
Zo blijkt maar weer, er gaat niets boven Groningen!”
Op de navolgende afbeeldingen is links het Oost-Nederlandse doosje en rechts het Noord-Nederlandse doosje afgebeeld.
Voorzijde:
Achterzijde:
3. Het geschil
3.1. De vordering van RNN strekt ertoe dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. Schuitema Groothandel zal bevelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis iedere inbreuk op de auteursrechten van RNN te staken en gestaakt te houden;
2. Schuitema Groothandel zal bevelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis aan de raadsvrouwe van RNN een lijst toe te zenden van alle afnemers aan wie Schuitema Groothandel het werk waarop de auteursrechten van RNN rusten heeft geleverd;
3. Schuitema Groothandel zal bevelen om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis alle inbreukmakende producten die nog niet aan de eindafnemers zijn afgeleverd, terug te (doen) halen en een aan een door RNN te wijzen (rechts)persoon te (doen) overhandigen;
4. Schuitema Groothandel zal veroordelen om binnen vier weken na betekening van dit vonnis aan eiseres rekening en verantwoording af te leggen omtrent de met de inbreukmakende producten genoten winst, onder het ter beschikking stellen van verificatoire bescheiden met betrekking tot de hoeveelheid geproduceerde, bestelde en uitgegeven inbreukmakende producten;
5. Schuitema Groothandel zal veroordelen om aan RNN tegen behoorlijk bewijs van kwijting schadevergoeding te betalen ten gevolge van de in deze procedure bedoelde auteursrechtinbreuk/onrechtmatige daad door Schuitema Groothandel, of, alternatief en naar keuze van RNN, tot afdracht van de genoten winst.
6. Schuitema Groothandel zal bevelen om binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis aan al haar afnemers een brief te zenden met de volgende tekst:
“hierbij delen wij u in opdracht van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad mee dat Schuitema niet gerechtigd was tot het gebruik van de doosjes behorende bij de ‘C1000 mokkenactie’. De auteursrechten op de doosjes behoren exclusief toe aan Relatiegeschenken Noord Nederland (Friso Present B.V.), gevestigd te Zuidbroek (Gn). Voor de ontstane verwarring bieden wij excuses aan.
Hoogachtend
(Namens Schuitema Groothandel B.V.)
Schuitema Oost”
7. Schuitema Groothandel zal veroordelen tot betaling van een dwangsom van EUR 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat Schuitema Groothandel niet voldoet aan de onder sub 1 tot en met sub 6 genoemde bevelen, dan wel, naar keuze van RNN, voor elke overtreding van een ergelijk bevel;
8. de termijn, als bedoeld in artikel 1019i Rv te stellen op zes maanden nadat tussen RNN en Schuitema Groothandel ter zake van het in de dagvaarding bedoelde geschil een niet meer voor beroep vatbare rechterlijke uitspraak in kort geding is gewezen;
9. Schuitema Groothandel zal veroordelen in de in redelijkheid door RNN gemaakt gerechtskosten en andere kosten van deze procedure conform artikel 1019h Rv.
3.1.1. Aan de vordering heeft RNN samengevat ten grondslag gelegd dat zij de doosjes heeft ontworpen en uitgegeven en dat zij dus auteursrechthebbende is op zowel alle afzonderlijke zijden van het doosje als de samenstelling ervan. Schuitema Groothandel maakt inbreuk op die auteursrechten door zonder toestemming van RNN een (vrijwel) identiek doosje te gebruiken voor de mokkenactie in Oost-Nederland.
3.2. De conclusie van Schuitema Groothandel strekt ertoe dat de vorderingen van RNN worden afgewezen, met veroordeling van RNN in de integrale proceskosten.
3.2.1. Samengevat stelt zij zich op het standpunt dat:
1. van een oorspronkelijk werk geen sprake is;
2. (een deel van de) ideeën die zijn verwerkt in het Noord-Nederlandse doosje zijn aangedragen door Schuitema Groothandel;
3. zo er al sprake is van een auteursrecht, dit bij Schuitema Groothandel berust dan wel het aan haar dient te worden overgedragen;
4. er geen schade is geleden door RNN dan wel dat deze schade niet ten laste dient te komen van Schuitema Groothandel;
5. een spoedeisend belang ontbreekt.
4. De beoordeling
4.1. Van een spoedeisend belang van RNN bij het gevorderde is in voldoende mate gebleken. Daarbij is van belang dat volgens RNN niet uitgesloten moet worden geacht dat nog uitgifte van - volgens haar inbreukmakende - mokken in Oost-Nederland plaatsvindt, nadat de mokkenactie als zodanig is beëindigd.
4.2. Kernvraag van het geding is of voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter desgevorderd zal oordelen dat Schuitema Groothandel inbreuk maakt / heeft gemaakt op auteursrechten van RNN door het Oost-Nederlandse doosje te verveelvoudigen en te openbaren.
4.3. Vooralsnog acht de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk geworden dat het (ontwerp van het) Noord-Nederlandse doosje als geheel een werk is in de zin van artikel 10 Auteurswet. Het bezit in voldoende mate een eigen, oorspronkelijk karakter en draagt het persoonlijk stempel van de maker(s) (vergelijk HR 4 januari 1991, NJ 1991, 608). Daarbij wijst de voorzieningenrechter op de foto op de voorzijde, de tekst over de geschiedenis van Schuitema en C1000, de afbeelding op de achterzijde waarop verschillende kleinere afbeeldingen van mokken te zien zijn waarvan er één kan worden aangevinkt ter aanduiding van de inhoud van het doosje, dit alles in onderlinge samenhang bezien.
4.4. Dat leidt echter niet tot een voor RNN gunstige beslissing. Vaste rechtspraak is dat indien het werk is vervaardigd door verschillende auteurs en geen voorwerp van afzonderlijke beoordeling van de verschillende daarin voorkomende elementen kan zijn, sprake is van een gemeenschappelijk werk waarop de bepalingen van artikel 3:166 e.v. BW van toepassing zijn.
4.5. Door RNN is niet, althans onvoldoende weersproken de stelling van Schuitema Groothandel dat zij de foto heeft aangeleverd. Evenmin weersproken is de stelling van Schuitema Groothandel dat zij de tekst die is afgebeeld op het Noord-Nederlandse doosje, heeft aangeleverd. Daarmee is de bijdrage van Schuitema Groothandel aan het werk dermate groot geworden dat aangenomen moet worden dat zij, tezamen met RNN, (mede)auteursrechthebbende is geworden.
4.6. Aan het voorgaande kan niet afdoen dat RNN de foto heeft bewerkt. Niet aannemelijk is geworden dat de bewerking van een zodanige ingrijpende aard is geweest dat daardoor een afgescheiden auteursrecht is ontstaan op de bewerking van die foto. Evenmin is van belang dat op de oorspronkelijk foto geen auteursrecht meer rust, aangezien de inbreng van Schuitema Groothandel in dit geval juist bestaat in het aanleveren van de desbetreffende foto ten behoeve van het ontwerpen van het doosje, waarop een (nieuw) auteursrecht is ontstaan.
4.7. Voorts is niet aannemelijk geworden dat sprake is van een combinatie van werken en dat RNN op een onderdeel daarvan de enige auteursrechthebbende is. Indien de foto en de aangeleverde tekst worden weggedacht, resteert naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen werk in de zin van de Auteurswet. Daarbij is mede van belang dat het derde beeldbepalende element, namelijk de op de achterzijde afgebeelde kleine plaatjes waarvan het aan te vinken plaatje overeenkomt met de inhoud van het doosje, niet - ook niet in combinatie met de overige elementen van het doosje - een eigen en oorspronkelijk karakter bezit en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Zoals ter zitting door Schuitema Groothandel is gedemonstreerd, zijn er meerdere verpakkingen in Nederland op de markt gebracht die alle op hetzelfde idee berusten.
4.8. Nu Schuitema Groothandel geacht moet worden mede-auteursrechthebbende te zijn op het werk, ontbreekt een rechtsgrond op grond waarvan de andere mede-auteursrechthebbende kan verlangen dat Schuitema Groothandel de verveelvoudiging en openbaarmaking van het Oost-Nederlandse doosje staakt. De vorderingen dienen derhalve te worden afgewezen. Hetgeen overigens door partijen naar voren is gebracht behoeft dan ook geen bespreking meer.
4.9. RNN zal als de in het ongelijk gestelde partij op de voet van artikel 1019h Rv in de proceskosten worden veroordeeld. Uit de specificatie behorend bij declaratienummer 51705 (productie 12 van Schuitema Groothandel) leidt de voorzieningenrechter af dat slechts een deel van de in deze specificatie genoemde werkzaamheden, namelijk tot een bedrag van EUR 1.219,75 (inclusief btw), betrekking hebben gehad op het onderhavige geschil. Gelet op het voorgaande worden de kosten aan de zijde van Schuitema Groothandel begroot op:
- vast recht EUR 251,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 10.317,34 (inclusief btw)
Totaal EUR 10.568,34
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt RNN in de proceskosten, aan de zijde van Schuitema Groothandel tot op heden begroot op EUR 10.568,34,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens-de Mug en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2008.