ECLI:NL:RBZLY:2008:BC9153

Rechtbank Zwolle-Lelystad

Datum uitspraak
12 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
139149 / HA ZA 07-1477
Instantie
Rechtbank Zwolle-Lelystad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid van de rechtbank in geschil tussen Tranzparanz B.V. en eiser

In deze zaak vorderde Tranzparanz B.V. dat de rechtbank Zwolle-Lelystad zich onbevoegd verklaart, omdat volgens artikel 12 van de overeenkomst tussen partijen de bevoegde rechter in het arrondissement Hilversum zou zijn. De rechtbank oordeelde echter dat dit forumkeuzebeding niet geldig was, aangezien het arrondissement Hilversum niet bestaat. De rechtbank stelde vast dat Hilversum onder het arrondissement Amsterdam valt en dat er enkel een sector kanton is in Hilversum. Tranzparanz B.V. had niet betoogd dat de rechtbank Amsterdam bevoegd was, maar volstond met de stelling dat de rechtbank Zwolle-Lelystad niet bevoegd was. De rechtbank concludeerde dat er geen geldige forumkeuze was in de zin van artikel 108 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 139149 / HA ZA 07-1477
Vonnis in incident van 12 maart 2008
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser in de hoofdzaak,
verweerder in het incident,
procureur mr. C. Borstlap,
advocaat mr. B. Rol te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRANZPARANZ B.V.,
gevestigd te Almere,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur mr. M.F.H.M. van Haastert,
advocaat mr. M. Kuilman te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en Tranzparanz B.V. genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring
- de incidentele conclusie van antwoord.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De beoordeling in het incident
2.1. Tranzparanz B.V. vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart. Tranzparanz B.V. beroept zich daarbij op art 12 van een tussen partijen geldende overeenkomst (door partijen ‘freelance overeenkomst’ genoemd). Artikel 12 bepaalt -voor zover hier van belang- dat ‘in geval van enig geschil (…) de bevoegde rechter in het arrondissement Hilversum bevoegd’ is ‘van dit geschil kennis te nemen’.
2.2. [eiser] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.3. De rechtbank stelt bij de beoordeling van het incident voorop dat het arrondissement Hilversum niet bestaat. Hilversum valt onder het gebied van het arrondissement Amsterdam. In Hilversum bevindt zich slechts de sector kanton locatie Hilversum van de rechtbank Amsterdam.
2.4. Tranzparanz B.V. heeft bij het instellen van het bevoegdheidsincident niet betoogd dat met de forumkeuze bedoeld is dat de rechtbank Amsterdam bevoegd is kennis te nemen van de tussen partijen gerezen geschillen. Tranzparanz B.V. heeft slechts volstaan met de stelling dat de rechtbank Zwolle-Lelystad niet bevoegd is, omdat partijen zijn overeengekomen dat de rechtbank in het arrondissement Hilversum bij uitsluiting bevoegd is kennis te nemen van een geschil.
2.5. De rechtbank is van oordeel dat onder de hiervoor genoemde omstandigheden (r.o. 2.3 en 2.4) er geen sprake is van een geldige forumkeuze in de zin van art. 108 Rv.
2.6. Gelet op de vestigingsplaats van Tranzparanz B.V. (Almere) is de rechtbank Zwolle-Lelystad bevoegd kennis te nemen van het geschil.
2.7. Slotsom is dan ook dat de incidentele vordering moet worden afgewezen.
2.8. De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
3. De beslissing
De rechtbank
in het incident
3.1. wijst het gevorderde af,
3.2. houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan,
in de hoofdzaak
3.3. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 9 april 2008 voor conclusie van antwoord.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.H.S. Lebens-de Mug en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2008.