ECLI:NL:RBZLY:2008:BD0405
Rechtbank Zwolle-Lelystad
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.A. Pot
- G.P. Nieuwenhuis
- J.P.C. Obbink
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in brandstichtingszaak schoolgebouw Nautilus College te Almere
In de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van brandstichting in het Nautilus College te Almere, heeft de rechtbank op 17 april 2008 uitspraak gedaan. De verdachte werd verweten opzettelijk brand te hebben gesticht door een brandend vel papier op de vloer van de kantine te gooien, wat zou hebben geleid tot de gedeeltelijke verbranding van de school. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting, dat voor het laatst plaatsvond op 11 april 2008, werd de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. E. Uijt de Boogaardt. De officier van justitie, mr. A.M.G. de Klerk, eiste een jeugddetentie van zes maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de bevindingen van de technische recherche zorgvuldig gewogen. De technische recherche had vastgesteld dat de brand laag bij de grond was begonnen en dat de inbranding zich waarschijnlijk in de bergruimte van de kantine bevond. De rechtbank concludeerde dat de brand niet was ontstaan door het laten vallen van een brandend A4-tje op de vloer, zoals ten laste gelegd. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van de verdachte, waarin hij volhardde dat hij het brandende papier in het midden van de kantine had laten vallen, niet kon worden weerlegd door het bewijs.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden en heeft de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging van brandstichting. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. M.A. Pot, en in aanwezigheid van de andere rechters, mrs. G.P. Nieuwenhuis en J.P.C. Obbink, en griffier mr. E.H. Ruitenbeek.